Gebroken( )witte
? Als iets de kleur ‘gebroken wit’ heeft, hoe schrijf je dat dan als het als bijvoeglijk naamwoord is gebruikt, zoals in de gebroken( )witte vaas?
! Gebroken wit behoudt de spatie als het bijvoeglijk wordt gebruikt: de gebroken witte vaas. Deze schrijfwijze heeft een duidelijk nadeel: je zou kunnen denken dat de vaas gebroken is. Als het in de context tot interpretatieproblemen (of flauwe grapjes) zou kunnen leiden, is een andere formulering beter, zoals de vaas in de kleur gebroken wit.
Gebroken is een bijwoord, dat iets zegt over het bijvoeglijk naamwoord wit dat erachter staat, en een bijwoord wordt gewoonlijk niet aan een bijvoeglijk naamwoord vast geschreven. Het is bijvoorbeeld ook de bijzonder witte vaas, de prachtig witte uitvoering en de zuiver witte kleur. (Vergelijk ook de kwestie Delfts( )blauwe, besproken in deze rubriek in mei 2010.)
Er zijn overigens wel combinaties van bijwoorden en kleurnamen die aaneen worden geschreven, zoals bleekroze, donkerblauw, felrood, helwit en lichtgroen. Daarbij gaat het doorgaans om een bepaalde gradatie van de kleur (licht, donker, fel, enz.); bij gebroken wit is dat niet zo: dat is een opzichzelfstaande variant van de kleur wit.
Een ‘gasverpakker’ verpakt producten onder beschermende atmosfeer. Of onder ‘beschermde’ atmosfeer?