Iktionaire
Miemelen en piemelen
Er is een advocaat die door verschillende van zijn werkgevers werd ontslagen omdat er ‘vermoedens van financieel geknoei’ tegen hem waren gerezen. Vervolgens denkt het Openbaar Ministerie: kijk, die man zouden wij goed kunnen gebruiken als advocaat-generaal voor fraudezaken. ‘It takes a thief to catch a thief’, tenslotte. Zo zou je het verhaal kunnen ‘framen’. Jammer alleen dat het OM geheel onkundig lijkt te zijn geweest van de dubieuze antecedenten van de inmiddels op verdenking van fraude geschorste Matthieu van S. Een ander script ligt dus meer voor de hand: dat Van S. naar het OM overstapte in de hoop dat hij daar makkelijker zou wegkomen met zijn malversaties dan bij zijn kostenbewuste confrères in de privésector. Bij het laatste kantoor waar hij voor zijn overstap werkte, Nauta, werden na enige tijd zijn urendeclaraties ter discussie gesteld. Of zoals Van S. het tegenover NRC Handelsblad zelf verwoordde: er begon daar iemand ‘te miemelen en te piemelen’.
‘“Miemelen en piemelen” is toch wel even trending geweest vanavond, mag ik hopen?’, twitterde Caspar Dullaart rond middernacht.
Nou, bij ons in de huiskamer zeker!
MS Word kent miemelen niet, het staat rood onderlijnd op mijn beeldscherm. Taalkundige Marc van Oostendorp heeft de stukjes over dialecten die hij begin jaren nul voor de Onze Taal Taalkalender schreef, op zijn website bij elkaar gezet. Eén ervan gaat over miemelen. In Zutphen is dat: ‘iets eetbaars langdurig bekijken en betasten alvorens het in de mond te stoppen’, en: ‘langdurig uit je nek kletsen over iets onbelangrijks’. ‘Van belang is dat het in allebei de gevallen om details gaat,’ schrijft Van Oostendorp, ‘en dat de miemelaar veel te lang met die details bezig is.’
Een vermaard voorganger van Van Oostendorp was de taalkundige en dialectenkenner Jac. van Ginneken, en in diens Handboek der Nederlandsche Taal wordt piemelen genoemd als Bargoens voor ‘huilen’. Gewone woordenboeken noemen het als synoniem voor ‘urineren’. Opmerkelijk genoeg vermeldt het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) naast die betekenis van piemelen ook ‘niet dooreten’ en ‘kieskauwen’, en dan zijn miemelen en piemelen dus zelfs min of meer synoniem. Te lang doorgaan over een futiliteit, huilen, urineren, het is duidelijk: Matthieu van S. beschouwde aanmerkingen op zijn declaraties als deerniswekkend gedruppel. Gezeik.
Miemelen.
Nu ik het ken, ga ik dit woord in de toekomst zeker gebruiken. Ja, ik weet dat van dit soort voornemens in de praktijk vaak weinig terechtkomt. Je gaat in Turkije naar de kapper, die je zó fantastisch knipt en scheert en masseert en wat niet al (zelfs iets met vlammen) dat je denkt: ik ga in Nederland uitsluitend nog naar Turkse kappers, maar om een of andere reden doe je dat vervolgens niet. Zo zóu het met miemelen natuurlijk ook kunnen gaan, dat is een reële mogelijkheid.
Misschien moet ik vast een beetje oefenen, dan is die spanning eraf.
Toe kind, zit niet zo te miemelen.
Ach, hij miemelde wat over onze declaraties.
Oké, genoeg gemiemeld. Aan de slag!
Miemelen.
Ik ben er blij mee.
Jan Kuitenbrouwer