Gesignaleerd
Eigengeil
René Appel - Amsterdam
Geil betekent (net als sexy) al geruime tijd niet alleen meer ‘seksueel prikkelend’, maar ook, min of meer afhankelijk van de context, ‘leuk, spannend, heftig’. Zo spreekt Giel Beelen in De wereld draait door over een ‘geile plaat’ of ‘een geil nummer’, en trompettist Eric Vloeimans vindt het naar eigen zeggen ‘ongelooflijk geil gewoon’ om op het Oerol Festival te spelen met Kyteman. Ook buiten de wereld van de muziek komt geil op die manier voor. In NRC Handelsblad was in een beschouwing over een tentoonstelling met foto's van vervallen huizen in Detroit sprake van ‘de schoonheid, nee sterker nog, de geilheid van het verval’. En voetballer Klaas-Jan Huntelaar zei in 24 uur met... tegen Wilfried de Jong: ‘Spitsen zijn het geilst op effectiviteit.’
Nieuwer zijn de sámenstellingen met geil. Zo mocht ik de afgelopen maanden noteren dat volgens Aaf Brandt Corstius kinderen op jonge leeftijd al ‘merkengeil’ worden, terwijl Sywert van der Linden, initiatiefnemer van de politieke jongerenbeweging G2000, het kabinet-Rutte de kwalificatie ‘machtsgeil’ meegaf. Het meest recent lijken samenstellingen van geil met een bijvoeglijk naamwoord als eerste lid. Zo zei Frits Huffnagel dat Peter R. de Vries ‘een ongelooflijk eigengeile man’ is en Youp van 't Hek noemde in zijn NRC-column neurochirurg Kees Tullekens (van de ‘Friso-affaire’) ‘ijdelgeil’.
Eric Vloeimans (rechts) met Kyteman op Oerol: ‘ongelooflijk geil gewoon’.
Foto: Johan Pronk