De bedenker van imago
Martin Deelen - Eindhoven
Uweet wellicht dat het woord image ruim een halve eeuw geleden is komen overwaaien uit de Amerikaanse reclamewereld. Het Chronologisch woordenboek van Nicoline van der Sijs noemt 1963 als het jaar waarin het woord voor het eerst werd aangetroffen in het Nederlands.
Aanvankelijk werd het ook hier alleen als reclamebegrip gebruikt en pas later kreeg het als imago zijn huidige bredere betekenis ‘reputatie’. Niet alleen in de Engelssprekende landen, maar ook in bijvoorbeeld Duitsland gebruikt men nog steeds het woord image, terwijl wij al heel lang het afwijkende imago kennen.
Daaraan is schrijver dezes schuldig.
Van oorsprong journalist, heb ik een paar jaar gewerkt bij een groot Amsterdams reclamebureau. Een van de directeuren, Dick Moesbergen, was in 1965 betrokken bij het organiseren van een congres van het Genootschap voor Reclame over de betekenis van ‘image’ voor een commercieel product. Als oud-gymnasiast kon ik hem ervan overtuigen dat we beter het originele Latijnse woord konden gebruiken dan het Engelse, en zo geschiedde. Langzaam maar zeker won dat laatste woord terrein in de media. Ik herinner me nog dat in een discussie werd opgemerkt dat het Latijnse imago geen onzijdig woord is en dat het dus eigenlijk dé imago zou moeten zijn, maar daar heeft niemand zich aan gestoord.
In het licht van het wereldgebeuren is dit niet belangrijk, maar ik vind het toch leuk om het eens op te schrijven.