Van Aaf tot z
Het wereldwijde web
Internet bestaat inmiddels al zó lang dat er ouderwetse internetwoorden bestaan. Soms hoor je er ineens eentje. Heeft iemand het ooit nog over zijn ‘homepage’? Ja, heel soms. Maar dan stel je je meteen een in Comic Sans Serif gestelde, knutselig opgemaakte pagina voor met veel knipperende banners, te groot uitgevallen smileys en overbelichte foto's van een baby of een familiefeest. Met zo'n tellertje erbij, van het aantal bezoekers, dat op 86 is blijven staan.
Verder heeft niemand het ooit nog over zijn ‘homepage’. Omdat de meeste mensen geen homepage meer hebben, maar alles gewoon op Facebook knallen. Is veel makkelijker, er kijken meer dan 86 mensen naar en bovendien ziet de opmaak er florissanter uit.
Het woord weblog, dat gebruikt ook niemand meer. Blog, dat wel. Maar blogs schijnen - ook door dat vermaledijde Facebook - helemaal uit de mode te raken, dus binnenkort heeft ook niemand het meer over zijn blog.
En dan die Nederlandse internetwoorden die mensen, in hun aandoenlijke queeste om de Nederlandse taal te behouden, hebben bedacht om Engelse internettermen te vervangen. (Dat is overigens een verlangen dat bij mensen uit allerlei landen bestaat. Zo las ik ooit een column van een Surinamer die ervoor pleitte de woorden fes'buku en Twettre in te voeren.) De mensen die graag Nederlandse internettermen wilden, kwamen al meteen na de uitvinding van internet op de proppen met webstek. En digitale snelweg. En elektronische mail. En e-post. En het wereldwijde web. Deze woorden zijn, niet heel vreemd, nooit doorgedrongen tot het algemene taalgebruik. Ik stel me voor dat er nog één docent natuurfilosofie is die in Emmen woont en altijd al zijn spullen in een linnen tas vervoert, die het steevast heeft over zijn ‘webstek’.
En dan zijn er de woorden, merken en namen die vroeger heel belangrijk waren, maar waar nu niemand meer aan denkt. Weet u nog, de tijd dat we het constant hadden over Yahoo!? Over AltaVista? Over Zonnet - die service waar je gratis mee kon inbellen? Over ‘inbellen’, überhaupt. Inbellen! Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar als je vroeger je elektronische post wilde ophalen, moest je eindeloos wachten terwijl je computer met een zeer trage kabel contact zocht, en dan hoorde je ‘Iiiiiioeieioeoeoeieoeieeeeeee.’ Op een gegeven moment kon ik dat geluid feilloos nadoen.
Ook dat geluid is verdwenen. Gelukkig kun je het op YouTube nog beluisteren. Gewoon even het filmpje ‘The Sound of Dial-Up Internet’ opzoeken. Heerlijk ouderwets. Alsof je het Polygoonjournaal weer hoort.
Aaf Brandt Corstius