| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. |
De redactie kan inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel.
| |
My Dictionary
Annie van der Beek - Maarssen
In de decemberaflevering van zijn column ‘Horstlog’ bespreekt Joop van der Horst een woordenboektoepassing die hij ‘My Dictionary’ noemt. Het is een elektronisch hulpmiddel voor op de computer, waarin de gebruiker allerlei externe woordenboeken kan samenbrengen, aangevuld met door hemzelf opgestelde woordenlijsten. ‘Je vraagt je af waarom we zoiets niet allang hebben’, schrijft Van der Horst in de laatste alinea. Daar kan ik kort over zijn: het bestaat al en de Nederlandse versie heet Mijn eigen woordenboek. Misschien heeft het niet alle gebruiksmogelijkheden die Van der Horst zou wensen, maar je kunt er woorden in elke gewenste taal in opslaan, en daaraan kun je zelf betekenissen, afbeeldingen, filmpjes en voorbeeldzinnen toevoegen; ook kun je er woorden in inspreken.
Mijn eigen woordenboek is in 2008-2009 ontwikkeld door wijlen mijn collega John Bronkhorst en mijzelf, als onderdeel van het internationale project VISEUS (zie www.viseus.eu). Meer informatie: info@expertisecentrumnederlands.nl.
| |
Het
Jannemieke van de Gein - Woerden
Tijdens een tv-avondje met Sonja Barend stelde Prem Radhakishun dat hij er niet van beschuldigd kon worden iets gezegd te hebben (doet er nu even niet toe wat dat was), omdat hij niet man en paard had genoemd, maar ernaar verwezen had met het woord het - een lidwoord, zo verduidelijkte hij, en niemand die hem verbeterde. Suf, maar nou ja.
De Volkskrant van 3 november besluit een stukje over het kennelijk kwijnende lidwoord het met een kwinkslag (‘Zolang ze het maar kunnen blijven onderzoeken. Of: zolang ze de maar kunnen blijven onderzoeken’), waaruit blijkt dat de verslaggever zich er evenmin van bewust is dat er twee woorden het zijn: het lidwoord en het voornaamwoord. Ook al zo suf. Maar nou ja.
En nu meldt hoogleraar linguïstiek en sociolinguïstiek Ad Backus in ‘Het taaljaar 2011’ in het decembernummer van Onze Taal dat men straks in zijn Limburgs niet meer naar een vrouw kan verwijzen omdat dat het heeft voor het Nederlandse zij. Ook gij, Backus! Veel gekker moet het niet worden.
| |
Naar Nederland
Albert Putman - Berkel-Enschot
Jan Erik Grezel schrijft in het decembernummer in zijn artikel ‘De lat steeds hoger’ over de taaleisen die er tegenwoordig worden gesteld aan inburgeraars. Ook de voor inburgeraars ontwikkelde taalmethode Naar Nederland komt erin aan bod. Toen ik die titel las, vroeg ik me af of er niemand bij de redactie van deze methode op de gedachte is gekomen dat naar Nederland ook een kwalificatie is van ons land - die helaas de laatste jaren zeker voor inburgeraars relevant is geworden.
| |
Laatste loodjes leggen
Rob van den Berg - Nijmegen
In de rubriek ‘Gesignaleerd’ (Onze Taal december) schrijft Teuntje van Nieuwenborg dat zij met de laatste loodjes leggen twee uitdrukkingen door elkaar had gehaald, maar dat de docente Nederlands het eigenlijk nog niet zo'n slechte uitdrukking vond. Als aanvulling daarop: ik kwam dit al eerder tegen, in de Volkskrant van 29 september 2010. Daarin zegt Geert Wilders van de PVV over de kabinetsformatie: ‘We zijn de laatste loodjes aan het leggen.’
| |
Less napkins, more planet
Alison Gibbs - Oegstgeest
Graag wil ik reageren op ‘Minder servetjes, meer planeet’, in de decemberaflevering van Arjen van Veelens rubriek ‘Ingepakt’, die ging over ‘duurzaamheid’ in teksten op productverpakkingen. Zoals hij terecht opmerkt, zijn de teksten op verpakkingsmaterialen er bovenal om ons te ver- leiden; de wens om de consument te informeren is vaak van ondergeschikt belang. Maar het blijft belangrijk dat de weinige informatie die de consument dan krijgt aangereikt, in ieder geval taalkundig juist is. Hiermee doel ik op de kreet die op servetjes van koffieketen Starbucks staat: ‘Less napkins. More plants. More planet’. Het moet natuurlijk ‘fewer napkins’ zijn, want napkins is een meervoud. Of eventueel ‘less waste, more planet’. Veel Engelstaligen maken deze fout, maar Starbucks hoeft toch niet het incorrecte gebruik tot standaard te verheffen?
| |
‘Kleine bruine coffeetas’
Leo Molenbroek - Ruurlo
De decemberaflevering van zijn rubriek ‘Ingepakt’ eindigt Arjen van Veelen met een alinea over de Coffee Company, die koffiebekers aan klanten meegeeft in een bruine papieren tas met daarop de tekst ‘kleine bruine coffeetas’. Dit is volgens mij een speelse verwijzing naar de ‘brown bags’ van het New Yorkse warenhuis Bloomingdale's. Daar krijgen klanten al jaren de aankopen mee in bruine papieren tassen, waarop afhankelijk van de maat gedrukt staat: ‘little brown bag’, ‘medium brown bag’ of ‘big brown bag’. Als je in New York rondloopt, zie je die tassen overal om je heen. Ze zijn zó succesvol dat ze nu ook al (in kunststof) als damestas worden verkocht.
| |
Borstsparend vs. borstbesparend
Harry Kemperman - Chirurg, Roosendaal
Terecht stelt de Taaladviesdienst in de rubriek ‘Vraag en antwoord’ in het decembernummer dat de term borstsparende operatie beter te verdedigen is dan borstbesparende operatie. Ik zou zelfs nog verder willen gaan: borstbesparend is gewoon fout, want er wordt niets bespaard. Alle mij bekende anderstalige equivalenten van de term borstsparende behandeling (breast conserving therapy, brusterhaltende Therapie, traitement conservateur du cancer mammaire) kunnen letterlijk ook alleen aldus vertaald worden, zonder enige verwijzing naar of suggestie van besparing.
Ik vermoed dat de hardnekkigheid van de term borstbesparend berust op een drang naar alliteratie: de term wordt bijna uitsluitend gebruikt in de woordgroep borstbesparende behandeling. Het feit dat een borstsparende behandeling behalve uit de operatie ook bestaat uit de bestraling van de borst, lijkt sommigen te sterken in hun overtuiging dat het besparend moet zijn. Chirurgen spreken wel van ‘ledemaatsparende’, ‘huidsparende’ en ‘tepelsparende’ operaties,
| |
| |
maar nooit van ‘-besparende’ operaties. Mammasparende therapie (mamma = ‘borst’) is onder specialisten de gebruikelijke term voor wat veel mensen een borstbesparende behandeling noemen.
| |
Octante niet in België
Alex Hetwer - Brussel
In het oktobernummer schrijft Gaston Dorren in zijn serie ‘Onze taal is de beste’ over telwoorden in verschillende Europese talen, en zo ook over Franse telwoorden als soixante-dix (70), quatre-vingts (80) en quatre-vingt-dix (90). Lezer Guus van der Pal voegt daar in de rubriek ‘Reacties’ in het decembernummer aan toe dat in Franssprekend België daarvoor de getallen septante, octante en nonante gebruikt worden. Daarin lijkt hij zich te vergissen: ik woon al meer dan twintig jaar in Brussel en nog nooit heb ik een van mijn Franstalige stadsgenoten ‘octante’ horen zeggen. Dat lijkt me een typisch Zwitserse variant. Septante en nonante zijn wel Belgisch Frans.
| |
Voorde [1]: Bosporus
Dr. Paul W.A.Th. van der Laan - Klaaswaal
Riemer Reinsma schrijft in zijn rubriek ‘Namen op de kaart’ (getiteld ‘Waden door een ondiepe rivier’, decembernummer) over plaatsnamen met daarin het woord voorde (‘doorwaadbare plaats in een rivier’). Hij noemt een rijtje plaatsnamen in binnen- en buitenland die allemaal ooit een voorde voor koeien aanduidden: Coevorden, Oxford (GB), Ochsenfurt (D) en Koufurd (Friesland). In dat rijtje mag zeker de Bosporus (Grieks: Βόσποϱος) niet ontbreken. De naam duidt volgens een gangbare verklaring exact hetzelfde aan: een oversteekplaats (πóϱος, etymologisch verwant aan voorde) voor het rund (βοῦς). Niet alleen zullen de aanwonenden in vervlogen tijden daar de gemakkelijkste doorsteek van Europa naar (Klein-)Azië en v.v. hebben gevonden, het is ook de plaats waar, volgens de klassieke mythologie, de schone priesteres lo - door Zeus bemind en door hem (of door zijn jaloerse echtgenote Hera) in een witte koe (Latijn: bos) veranderd -achtervolgd door een horzel (die natuurlijk door Hera gestuurd was) naar Klein-Azië overstak. Voorwaar een zeer klassieke ‘koevoorde’.
De Bosporus: wat naam betreft verwant aan Coevorden.
Foto: Richard Bank
| |
Voorde [2]: brod
Alex Hetwer - Brussel
Een kleine kanttekening bij Riemer Reinsma's ‘Waden door een ondiepe rivier’ (Onze Taal december), over plaatsnamen met het woord voorde (‘doorwaadbare plaats in een rivier’) erin: in het Tsjechisch heb je het verwante woord brod, dat in verschillende plaatsnamen terug te vinden is: Havlíčkův Brod, Vyšší Brod (iets als ‘hogervoorde’), Brod nad Tichou, Železný Brod, enz. - allemaal plaatsjes aan een rivier.
| |
Pesjonkele Fries?
Piet W. Jacobs - Oisterwijk
In het decembernummer van 2011 bespreekt Jan Erik Grezel in het artikel ‘Het Wurdboek van het Fries is af’ het in november gereedgekomen Wurdboek van de Fryske taal. Tot mijn verwondering krijgt in dat artikel het werkwoord pesjonkele (‘de kerk in en uit lopen om telkens een nieuwe aflaat te verdienen’) speciale aandacht, maar hoe Fries mogen we dat woord noemen? In Tilburg en Midden-Brabant was het begrip, in een ruimere betekenis dan de kerkelijke, al in de eerste helft van de vorige eeuw bekend. Een citaat uit de Diksjenèèr van de Tilbörgse Taol (2004) van Paul Spapens, Gerard Steijns, Wil Sterenborg en Frans Verbunt mag dat duidelijk maken: ‘Pesjonkele -ww - de z.g. Portiuncula-aflaat proberen te verdienen, in- en uitlopen, aan- en aflopen. Ze pesjonkelde hil de Heuvelstraot deur, mar ze kos nie vèène wèsse zòcht: ze ging in heel de Heuvelstraat de winkels in en uit, maar ze kon niet vinden wat ze zocht. Wè lopte tòch te pesjonkele, kundoe aaj nie kwèèt?: wat loop je toch op en neer te dreutelen, kun je je ei niet kwijt?’
| |
Gemeenteslogans
Jan-Anne Wagenmeester - Amersfoort
Rosalien Koster schrijft in haar artikel ‘Lingewaard is een bezoek meer dan waard’ (Onze Taal januari) over slogans van Nederlandse dorpen, steden en gemeenten. Dat soort leuzen heeft vaak maar een beperkte houdbaarheid. Soms is dat erg jammer, zoals mag blijken uit de volgende twee voorbeelden.
‘Hoorn moet je voelen’, zo luidt tegenwoordig de slagzin van de gemeente Hoorn. Maar eerder was het ‘Hoorn zien en blijven, voor mensen en bedrijven’. Dat ‘voor mensen en bedrijven’ had er van mij niet bij gehoeven, maar het eerste deel van de slagzin vind ik een prachtige vondst die de gemeente nooit had moeten afschrijven.
De slogan van de gemeente Vlagtwedde is tegenwoordig ‘Gemeente Vlagtwedde, het verrassende Groningen’. De vorige slogan was echter véél verrassender. Die luidde: ‘Gemeente Vlagtwedde, de op één na mooiste gemeente van Nederland’. De tekst ‘op één na’ was er in handschrift tussen gevoegd met een accolade, ongeveer zo:
Die toevoeging op één na vind ik briljant. Je gaat erover nadenken: wat zou dan de mooiste gemeente zijn? Bovendien maakt het de slogan een stuk geloofwaardiger, want elke gemeente vindt zichzelf de mooiste, de beste, de groenste, enz. Maar de op één na mooiste gemeente, dat moet wel een heel erg mooie gemeente zijn.
| |
Tsjechisch foutje
Alex Hetwer - Brussel
In de (overigens zeer interessante) bijdrage van Gaston Dorren over de dubbele ontkenning in allerlei Europese talen (‘Onze taal is de beste’, decembernummer) is er blijkbaar bij het zetten iets fout gegaan in het Tsjechische zinnetje dat ‘zeg dit nooit aan iemand’ betekent. Er staat ‘ne íkej’, waar ‘neříkej’ had moeten staan.
| |
Naschrift redactie
Inderdaad is er tijdens een laatste conversie helaas een letter weggevallen. Onze excuses.
|
|