Toen in...
januari 2002
De euro
Redactie Onze Taal
Op 1 januari 2002 haalden we voor het eerst eurobiljetten uit de muur. Maar echt opgetogen was niemand. Alles werd duurder en onze mooie designbiljetten werden gedegradeerd tot monopolygeld. En er ging een wereld aan koosnaampjes verloren.
Ook Onze Taal stond stil bij die geldnamen. In de maand vóór de invoering kwamen ze nog een keer voorbij: de ‘duiten’, ‘pegels’, ‘geeltjes’, ‘joeten’ en al die andere benamingen voor ons oude vertrouwde geld. En natuurlijk werd de vraag gesteld: wat komt er straks voor in de plaats? Na precies tien jaar kennen we het antwoord op die vraag: helemaal niets.
Het ministerie van Financiën deed nog wel een poging de lexicale leegte op te vullen door een bijnamenwed-strijd uit te schrijven, maar de winnende inzendingen doen een beetje sneu aan: fluitje (€0,01), duocent (€0,02), handje (€0,05), deuppie (€0,10), dubbelduppie (€0,20), halfom (€0,50), gouwering (€1,-), daalder (€2,-), kleb (€5,-), eurojoet (€10,-), blauwtje (€20,-), brammetje (€50,-), hulk (€100,-) en eurotop (€500,-).
Vorige maand hielden we een kleine inventarisatie onder de bezoekers van onze website, en die bevestigde onze vermoedens: onze portemonnee is nog altijd gevuld met ‘centen’, ‘stuivers’, ‘dubbeltjes’, ‘vijfjes’ en ‘tientjes’ - benamingen dus die al gebruikt werden in het guldentijdperk. En kinderen gebruiken zelfs de meeste van die termen niet snel. De enige nieuwe bijnaam die echt in omloop lijkt, is euri, als meervoud van euro. En pleuro misschien - liefdevol is anders.
Volgens namendeskundige Erwin Wijman weerspiegelt dat gebrek aan koosnaampjes een dieperliggend probleem. Vorige maand legde hij in Nrc.next het verband met de eurocrisis: ‘De euro leeft niet en heeft nooit geleefd (...). Bijnamen zijn essentieel.’
Zo kunnen we Europa redden dus: met een beetje liefde voor de euro - nee, nee: de gouwering.