Gesignaleerd
‘We klikken en gaan goed’
Arie Snoek - Rotterdam
Stel, je kunt het goed vinden met iemand. Hoe zeg je dat dan? ‘Het klikt goed tussen ons’ ligt voor de hand. Althans: dat lág voor de hand, want hoe langer hoe meer hoor je in plaats daarvan: ‘We klikken goed’, of kortweg: ‘We klikken.’ Een van de vele voorbeelden die via Google te vinden zijn, afkomstig van het internetforum van Viva: ‘Ik vind hem lief, leuk, we hebben het reuze gezellig en we klikken goed in bed. En waarom zouden we daar niet van genieten?’
Ook bij het werkwoord gaan lijkt die het-constructie (in de taalkunde ‘onpersoonlijke constructie’ geheten) op zijn retour te zijn. In plaats van ‘Het gaat goed met de kinderen’ klinkt steeds vaker: ‘De kinderen gaan goed.’
Wat zou hierachter zitten? Het effect ervan is in elk geval dat de nadruk meer op de personen in kwestie komt te liggen - de formulering wordt inderdaad minder onpersoonlijk. In ‘Het gaat goed met ons’ zit nog een zweem van ‘iets’ buiten onszelf dat ervoor zorgt dat ‘het’ goed gaat met ons. Maar in ‘We gaan goed’ schemert al duidelijk door dat dit ook beslist onze eigen verdienste is. Typerend is de kop in Metro van 7 juli jl. boven een stuk over Angelina Jolie en Sarah Jessica Parker als best verdienende Hollywood-actrices: ‘Jolie en Jessica Parker gaan goed’.
Aan die kop valt trouwens nóg iets op. Hij is een stuk korter dan ‘Het gaat goed met Jolie en Jessica Parker’ - en daarin ligt misschien óók een reden voor de terugloop van de onpersoonlijke constructie: het alternatief is meestal bondiger.