Gesignaleerd
Inzetten op
Joost R. Swanborn - Taaldokter, Amsterdam
In het Nederlands hoor je steeds meer de combinatie inzetten op als overkoepelende term voor ‘benadrukken’, ‘belangrijk vinden’ en meer betekenissen die iets te maken hebben met ‘iets graag willen’. Ook het kabinet-Rutte is verzot op deze uitdrukking. In het regeerakkoord kwam zij zo'n twintig keer voor, in verschillende gedaanten. Volgens dit akkoord wordt er onder meer ingezet op wijziging van EU-richtlijnen, strafbaarstelling van illegaliteit, EU-regelgeving, coherentie van beleid, economische groei en handelsbevordering, versterking van het Initiatief Duurzame Handel, betere basiszorg dichter bij huis, hogere eisen aan dierenwelzijn en doorlichting van de wereldwijde broeikasgasemissiehandel. Daarnaast wordt er veelvuldig gerept van ‘de inzet die zich richt op’.
Dat inzetten op moet door de associatie met ‘bieden, op het spel zetten’ de suggestie wekken van daadkracht, maar de precieze status ervan blijft onduidelijk. Als de regering ‘inzet op alternatieven voor dierproeven’, kómen die alternatieven er dan? Of hóópt de regering dat alleen? Doet zij er alles voor wat in haar mogelijkheden ligt? Of ‘spreekt’ zij haar ambitie zo'n beetje ‘uit in de richting van de burgers’?
Waarom zou je niet gewoon willen gebruiken? ‘Het kabinet zal inzetten op een wijziging van de EU-richtlijn’ kan toch eenvoudig worden vervangen door ‘Het kabinet wil de EU-richtlijn veranderen’? Wel zo duidelijk. Maar dat is voor politici ook gelijk het nadeel. Door willen te omzeilen is men ‘aan het eind van de rit’ minder ‘aanspreekbaar op de resultaten’, en kan men daar minder makkelijk ‘op worden afgerekend’, om het in overheidstermen te zeggen.
Uit al die zinnen spreekt weinig vernieuwing en weinig helderheid. En dat is een gemiste kans - hoe je ook denkt over het beleid.