Toen in... mei 1956
Songfestival
Redactie Onze Taal
‘De vogels van Holland zijn zo muzikaal. / Ze leren in hun prille jeugd al tierelieren’. Deze woorden, geschreven door Annie M.G. Schmidt, zijn de allereerste die ooit gezongen werden op het Eurovisiesongfestival. De Nederlandse zangeres Jetty Paerl gaf daarmee op 24 mei 1956 de aftrap voor een festivaltraditie vol zoete liedjes, brave dansjes en glimmende jurken. Maar ook vol discussies over taal. Zoals in de jaren negentig, toen er gesproken werd over de klankovereenkomst tussen Holland en Poland - héél verwarrend tijdens de puntentelling, zo bleek. Daarom mogen de presentatoren het nu alleen nog maar hebben over ‘The Netherlands’ als ons land ter sprake komt.
En in Nederland zelf is de vraag natuurlijk altijd: in welke taal zingen wij dit jaar? Heel lang werd dat voor ons bepaald. Volgens de regels móést het lied in de landstaal. Al die tijd zagen we met lede ogen aan hoe Ierland en Groot-Brittannië de ene na de andere overwinning in de wacht sleepten. En ondertussen dachten we met weemoed terug aan 1975. In dat jaar was het Engels heel even toegestaan voor iedereen, en voilà: we wonnen, met het liedje ‘Ding-a-dong’ van Teach-In.
De verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen die regel van de landstaal in 1999 voorgoed werd afgeschaft. Maar dat viel toch een beetje tegen; ook in het Engels wonnen we niet. Kennelijk lag het niet alléén maar aan de taal.
Maar eerlijk is eerlijk: over het algemeen helpt het Engels wél. Sinds 1999 is er nog maar één winnaar geweest die het hele lied in de eigen taal zong. Als je dan ook kijkt naar de commerciële belangen die ermee gemoeid zijn, dan is de keuze snel gemaakt. Zo ook bij de 3JS, die op 12 mei ons land zullen vertegenwoordigen. Er werd gekozen voor het liedje ‘Je vecht nooit alleen’, dat het trio straks zal zingen als ‘Never Alone’.
De vogels van Holland The Netherlands zijn muzikaal, maar ja, die táál.