‘En voorts door alle andere wegen en middelen rechtens’
De dreigtaal van de aanmaning
Arjen van Veelen
Wat voor taal wordt er zoal gebruikt in aanmaningen en incassobrieven? Arjen van Veelen onderzocht een aantal gevallen en constateerde flinke verschillen - van relatief vriendelijk tot beangstigend vaag.
Illustratie: Hein de Kort
‘Ik noodig u uit binnen drie dagen uw schuld te mijnen kantore te voldoen, en heb opdracht om bij gebreke daarvan uw faillissement aan te vragen.’ Dat grimmige incassobriefje kreeg Jacob Willem Katadreuffe in de roman Karakter van F. Bordewijk. Katadreuffes vader, de beruchte deurwaarder Dreverhaven, eiste op stel en sprong het geld terug dat hij aan zijn eigen zoon had uitgeleend.
De roman dateert van 1938. Intussen zijn de incassopraktijken veranderd. Hoe zien moderne herinneringen, aanmaningen en incassobrieven eruit? Voor dit artikel verzamelde ik er een aantal bij vrienden en kennissen en - tot mijn schande - ook uit de eigen administratie. Het is ongetwijfeld een verre van volledige inventarisatie.
Geld innen gaat tegenwoordig een stuk vriendelijker dan in de tijd van Bordewijk. Misschien zelfs wel iets té vriendelijk. Neem nu de recente actie van het Vlaamse freelancersplatform Ikki.be in december 2010. De website kwam met een ‘huilsticker’, een plakkertje met daarin een chip en een speakertje. De freelancer kon die sticker op de factuur plakken. Als de brief op een stapel komt, klinkt er gehuil. Die ‘huilstickers’ getuigen van een opmerkelijke omdraaiing van rollen: in onze tijd is het kennelijk niet de schuldenaar die moet huilen, maar de schuldeiser.
De vraag is of zo'n huilsticker werkt. Is het wel slim om als schuldeiser te poseren als zielepoot? Kun je niet beter gewoon wijzen op de harde feiten: de uitstaande schuld en de consequenties als er niet betaald wordt? Het lastige - zeker voor kleine zelfstandigen die een directe band met hun klant hebben - is dat een te harde toon ook verkeerd kan uitpakken. Wie de schuldenaar te veel schoffeert, is zo een opdrachtgever kwijt.