Het zei zo
Emma Poley - Docent Hogeschool Rotterdam
Een tijdje terug ontving ik een mailtje waarin een student van me schreef dat ze door allerlei tegenslagen niet in staat was om nog langer door te gaan met haar studie. De opsomming van rampen wilde ze in stijl afsluiten en dus beëindigde ze haar mail met het berustende: ‘Het zei zo.’
Ondanks de serieuze inhoud moest ik om die laatste zin toch lachen. Meteen vroeg ik me af hoe dat zei in plaats van zij te verklaren was, maar het antwoord lag voor de hand. Deze spelfout was waarschijnlijk niet veroorzaakt door slordigheid, maar door onbekendheid. De studente kende de uitdrukking misschien alleen uit de spreektaal en koos bij het opschrijven ervan voor zei met ei, een werkwoordsvorm waarvan het woordbeeld goed in haar geheugen is opgeslagen. Zij met ij kent ze waarschijnlijk helemaal niet als werkwoordsvorm.
Een dergelijk probleem had ook de leerling die verontwaardigd naar me toe kwam omdat ik in zijn verslag een rode streep had gezet onder ‘kostte wat het kost’. Hij had toch netjes de t verdubbeld in de verleden tijd, wat was er dan fout? Ook nadat ik hem de uitdrukking in het woordenboek had laten opzoeken en kort uitleg had gegeven, begreep hij niet hoe koste met één t kon bestaan.
En wie kan het hem kwalijk nemen? Het gaat hier tenslotte om de aanvoegende wijs, die we in het hedendaagse Nederlands niet meer actief gebruiken, maar alleen kennen uit vaste, vaak wat ouderwetse uitdrukkingen, zoals ‘Het moge duidelijk zijn’, ‘Het ga je goed’ en ‘Hij ruste in vrede.’ Niet direct alledaags taalgebruik dus.
Wanneer de leraar Latijn de zogenoemde conjunctivus uitlegde (aanvoegende wijs), vertelde hij daarbij dat die ook in het Nederlands nog voorkomt. Vol stelligheid liet hij horen dat ‘Leve de koningin’ een goed voorbeeld is van de conjunctivus optativus (aanvoegende wijs die een wens uitdrukt) en ‘Men neme een theelepel suiker’ een goed voorbeeld van de conjunctivus adhortativus (aanvoegende wijs die aansporing uitdrukt). Natuurlijk had hij gelijk, maar toch kon hij de klas niet overtuigen. Wie roept buiten het bijzijn van Beatrix nog ‘Leve de koningin’ en in welk modern kookboek staat nu nog ‘Men neme een theelepel suiker’?
‘Hij rustte in vrede’ levert zelfs al veel meer treffers op Google op dan het correcte ‘Hij ruste in vrede.’ Google vraagt bij die laatste schrijfwijze ook nog voor de zekerheid of ik toch niet ‘Hij rustte in vrede’ bedoel. Nu levert Google geen waterdicht bewijsmateriaal, maar het is wel weer een teken dat het niet goed zit met de bekendheid van de aanvoegende wijs in onze taal. En ik vrees dat dit ook niet meer beter zal worden. Het zei zo.