Iktionaire
Helder als as
Op de radio ging het over een affaire rond een overheidsbestuurder, een gedeputeerde of een wethouder, zoiets. Onderzoek had uitgewezen dat deze bestuurder zich schuldig had gemaakt aan onoorbare praktijken en daarom volgens sommigen maar het best kon opstappen. Er kwam een man aan het woord die deze mening ook was toegedaan. Bij lezing van bepaalde details in het onderzoeksrapport, verklaarde hij, was de bestuurder voor hem ‘definitief door het ijs gezakt’. Wonderlijke beeldspraak, eigenlijk. Althans, voor als je het vertrouwen in iemand verliest, iemand voor je heeft afgedaan, want dat was wat de spreker hier bedoelde.
Je komt thuis, vindt je beste vriend met je vrouw in bed en je zegt: ‘Nou, Marnix, jij bent nu lelijk door het ijs gezakt!’ Zou het? (Met dat ‘Marnix’ bedoel ik overigens verder niets. Zo heet de vriend in kwestie nu eenmaal. Enfin, in deze anekdote.)
Door het ijs zakken en slechtheid, ik zie de relatie niet. Door het ijs zakken, dat overkomt je, het was niet de bedoeling, je dacht dat het ijs het wel zou houden, maar het bezweek. Er was misschien overmoed in het spel, roekeloosheid, of doodgewone domheid, misschien ging het om één nacht ijs, allemaal factoren die ertoe kunnen bijdragen dat iemand door het ijs zakt, maar met goed en kwaad heeft het weinig te maken. Je kunt door het ijs zakken als gevólg van slechtheid, dat wel. Stel dat Marnix (die rotzak) je wijsmaakt dat het ijs goed is, dat hij er net zelf ook op is geweest, terwijl het veel te dun is, zodat je erdoorheen zakt. Daar lig je, te spartelen in het wak, en Marnix staat te lachen op de oever. Roep je dan: ‘Nou, Marnix, nu ben jij voor mij echt définitief door het ijs gezakt!’? Lijkt me niet. Dus ergens klopt er iets niet met die uitdrukking.
Wat je ook vaak hoort, is dat mensen of instanties ‘hun eigen broek moeten ophouden’. Het betekent geloof ik zoiets als ‘je eigen boontjes doppen’, maar dat is toch iets heel anders? De kok heeft geen zin om voor iedereen de bonen te doppen, bonen doppen is een vervelend klusje, dus hij vraagt de eters ieder hun eigen portie te doppen. Maar er is maar één persoon die je broek kan ophouden, en dat ben je zelf. Dat een broek wordt opgehouden door iemand anders dan de drager, wanneer zie je dat, behalve misschien in een circusact? Bij die bonen is er een alternatief, je kunt ze zelf doppen of laten doppen, maar bij een broek niet. Je kunt ook wel tegen mensen zeggen dat ze zelf moeten plassen als hun blaas vol is, maar de meeste mensen weten dat wel. Dus bij die uitdrukking is ook ergens iets misgegaan, denk ik.
Hetzelfde heb je met ‘Daar zakt mijn broek van af.’ Als er iets vreemds gebeurt, en mensen zijn daar verbaasd en verontwaardigd over, dan zeggen ze: ‘Daar zakt mijn broek van af.’ Ik heb nooit gemerkt dat bij verbazing en/of verontwaardiging mijn broek afzakte, en ook bij anderen heb ik dit verschijnsel nooit waargenomen. Als je broek zomaar ineens afzakt, zonder aanleiding, ja, dan sta je vreemd te kijken. Maar dan zeg je niet: ‘Daar zakt mijn broek van af’, want dat is dan net gebeurd! Ook ‘Daar zakt mijn broek van af’ is dus eigenlijk een vrij raadselachtige uitdrukking.
Maar misschien benader ik het verkeerd, misschien is het de bedoeling om duidelijk te maken dat de situatie zó vreemd is dat zelfs een kledingstuk ervan in de war zou raken, en moeten we de drager verder buiten beschouwing laten.
En misschien moet je er überhaupt niet over nadenken. Misschien zijn dit de dingen die je niet beter gaat begrijpen door erover na te denken, maar juist slechter. Zoals ‘dodelijke slachtoffers’ - ook zoiets. Ze bestaan niet en toch weer wel. Onzin die zich onmisbaar gemaakt heeft.
Jan Kuitenbrouwer