■ Sharia
Zo brachten Surinamers in de jaren zeventig het ‘kasmonisysteem’ mee naar Nederland, een kleinschalig en informeel geldstelsel dat klanten de mogelijkheid biedt te sparen en te lenen. Mogelijk dateert het kasmonisysteem uit de tijd van de slavernij. Het steunt niet op bankiers, maar wordt gedragen door kasvrouwen: gewone vrouwen die een spaarkas beheren en daaruit kredieten verstrekken. Het woord kasmonisysteem komt uit het Sranantongo en vormt een combinatie van het Nederlandse woord kas (‘spaarkas’) en een verbastering van het Engelse woord money (‘geld’).
Maar misschien bekender zijn de financierings- en beleggingsconstructies die voortkomen uit de sharia, de islamitische wetgeving, die een beproefd smeermiddel in het westerse geldwezen verbiedt: rente. Het idee van ‘riba’, de Arabische term voor ‘(verbod op) rente’, berust op de gedachte dat het wel zo eerlijk is als de geldverstrekker alleen maar op zijn investering mag verdienen als hij ook ondernemersrisico draagt.
Door het renteverbod zijn westerse hypotheken en kredieten geen optie voor traditionele moslims. In de islamitische wereld bestaan er allerlei alternatieve constructies waarmee moslims ook gewoon huizen kunnen kopen en hun vermogen voor zich kunnen laten werken. De namen daarvoor beginnen inmiddels ook door te sijpelen in het Nederlands. Zo lezen we nu en dan in de krant over ‘murabaha’. Dat is een vorm van financiering waarbij de bank een zaak koopt en voor een vooraf overeengekomen, hoger bedrag meteen doorverkoopt aan de klant. Een winstopslag of ‘service fee’ vervangt in dit geval de rente.
Een andere vorm van financiering die volgens de sharia acceptabel is, heet met een Arabisch leenwoord ‘mudaraba’. Daarbij ‘leent’ de islamitische bank geld aan een klant, waarvoor deze geen rente betaalt maar - gedurende de looptijd van de lening - jaarlijks een deel van de winst afdraagt. Bij een verliessituatie deelt de bank overigens ook in het verlies.