■ Engelsch radbraken
Natuurlijk ging die overgang van het Engels naar het Nederlands niet van de ene op de andere dag. In 1895 ergerde taalkundige en strijdbaar socialist Hendrik C. Muller zich nog verschrikkelijk aan het Engelse voetbaltaaltje. In het Algemeen Handelsblad van 30 juni van dat jaar schreef hij het artikel ‘Vreemde vogels onder Nederlandsch dak’. Alsof hij Van Emmenes en zijn vriendjes net was tegengekomen op straat, merkte hij op:
Men ziet soms dreumesen, als een vuist zoo hoog, Engelsche woorden radbraken, zoodat zij weinig meer zijn dan zinlooze klanken.
Met Muller spraken veel taalkundigen schande van dit oprukkende Engels in de Nederlandse taal. Op congressen en in artikelen stelden ze daarom Nederlandse equivalenten voor. Race moest bijvoorbeeld worden vervangen door wedloop of wedren, en match door wedstrijd. Traineeren was hetzelfde als oefenen.
Zelfs de woorden start en record gingen taalpuristen te ver. De heer D. ter Haar uit Warga bedacht hiervoor in 1894 enkele equivalenten in De Kampioen, op 4 maart 1894 aangehaald in het Algemeen Handelsblad. ‘start? Was u dit ernst?’, schamperde hij. Dit begrip kon volgens hem beter worden vervangen door afrit. En record kon worden ingeruild voor grondtijd en grondafstand.
Free kick, offside en wing verdwenen. Dat is nu: vrije trap, buitenspel en vleugel.
Niet alle puristische ideeën sloegen aan, want wie heeft het tegenwoordig over afrit of grondtijd? Maar een woord als wedstrijd redde het dus wel.
Een anonieme brievenschrijver in de Tilburgsche Courant van 6 januari 1898 vond die nieuwe begrippen maar onzinnig. Als een taal zich met nieuwe woorden verrijkt, moeten de huiskamergeleerden zich daar niet mee bemoeien. ‘Puristen zijn uitersten en als zoodanig hoogst onaangenaam in den omgang’, beet de brievenschrijver van zich af. Hij vertegenwoordigde echter een minderheid, want zelfs de Nederlandsche Voetbalbond waarschuwde voor het oprukkende Engels. In 1909 stuurde de bond een circulaire aan de sportpers met ‘het verzoek te willen bevorderen, in sport- en in de eerste plaats in voetbalberichten, zooveel mogelijk het gebruik van Engelsche termijnen te vermijden en die te vervangen door Nederlandsche woorden’. Verder dan deze algemene oproep kwam het kennelijk niet, want geen enkele krant vermeldde welke woorden de bond liever wél had willen zien.