Horstlog
Aanpassen
Een van de dingen die Nederland zo vervelend maken, is dat bijna iedereen er altijd met hetzelfde bezig is. Of het nu de dood is van André Hazes, de veiligheid van Ayaan Hirsi Ali, metroproblemen in Amsterdam, de canon van de geschiedenis, het einde van de DSB, de mening van Geert Wilders over hoofddoekjes of een besmettelijke geitenziekte. Al bij de eerste signalen weet je dat je dagenlang, soms wekenlang, geen Nederlandse krant kunt openslaan, geen Nederlandse televisiezender kunt aanzetten, ja, geen Nederlander kunt spreken of het gaat over André Hazes respectievelijk de DSB of die geitenziekte. Iedereen heeft daar een mening over, en het lijkt wel alsof men niet gerust is voordat die zestien miljoen meningen ook allemaal, stuk voor stuk, in krant of op tv, of anders toch minstens getwitterd of in gesprekken tot uitdrukking gebracht zijn. Het valt echt op als je het ziet en hoort vanuit een ander land, in België bijvoorbeeld, waar juist acute staatkundige en constitutionele problemen zijn, onder andere, maar waar het gesprek van de dag toch veeleer gaat over de vraag of je je kersenboom het beste snoeit in november of in maart. Het nieuwe thema in Nederland kondigt zich al aan: voetbal. En Afrika natuurlijk. Waar Paul Rosenmöller, heel origineel, alvast een voorproefje van gaf met zijn documentaire over voetballen in Afrika.
Het zal u dan ook niet verbazen dat ik voor het schrijven van dit stukje vanwege de redactie een voorzichtige hint meekreeg: dit nummer zou in het teken staan van ‘Zuid-Afrika, Afrikaans en voetbal’. Ik zou denken: dat moet die mensen hun neus uit komen. Hoe verfrissend zal het zijn om tussen al dat Afrikaanse gevoetbal iets te lezen over Balthasar Huydecoper (1695-1778), over een Nederlandssprekende enclave in Polen of over de geschiedenis van het woord tureluurs. Maar misschien is dat erg on-Nederlands gedacht. Misschien wil iedereen echt gedurende een maand niks anders horen en zien en zeggen.
Zoveel is zeker dat sommige dingen in Nederland anders zijn dan elders. Dat is wel het minste wat je erover zeggen kunt.
Er zit trouwens ook een mooie kant aan. Nederland is namelijk beslist een ideaal land voor de vorming en instandhouding van een standaardtaal. En niet doordat het van bovenaf wordt opgelegd of afgedwongen, maar simpel doordat iedereen zich vrijwillig, onmiddellijk, moeiteloos, als ging het om een heilige plicht, massaal conformeert aan wat op zeker moment in de belangstelling staat, wat daarover gezegd wordt, en hoe dat gezegd wordt. Dat zie je bijna nergens in de wereld, en zeker niet in België.
Nadeel van dit voordeel (!) is dan wel weer dat als een aantal Nederlanders een andere taal spreken, bijvoorbeeld Engels of Turks of Berbers, dat men daar geweldig moeilijk over doet. Sommige mensen zijn zelfs bereid de grondwet ervoor te veranderen.
Het komt me voor dat, na decennia van (gerechtvaardigde) kritiek op Zuid-Afrika, en na een fase van meewarig toekijken hoe men daar aids bestreed met een bananenkuur, de tijd is aangebroken dat Nederland ook iets van Zuid-Afrika leert, een land met geloof ik wel elf officiële talen en twintig niet-officiële talen.
Joop van der Horst