Spaan
Toekomst
Tofik Dibi is een toffe gast, al was het alleen maar vanwege de alliteratie en omdat zijn broer Jamal erg goed kon voetballen. (Ik heb een simpel normen-en-waardenstelsel.) Jamal was ooit een groot talent bij AZ, nadat hij was opgegroeid bij VVA en DWS. De lezer zegt het niks, maar mijn jeugd speelde zich af langs dezelfde velden. Via Qatar en Omniworld leeft Jamal thans in de anonimiteit der vergetelheid.
Zijn broertje Tofik zit in de Tweede Kamer voor GroenLinks. Zijn politieke opleiding genoot hij bij de Turkse Arbeidersbeweging, wat opmerkelijk is voor een Marokkaan. Ik durf ‘Marokkaan’ te zeggen sinds ik onlangs van een Amerikaanse highschool-leerling heb vernomen dat het afgelopen is met de ooit in de VS zo bloeiende politieke correctheid. ‘Bij ons op school lachen we om pc’, zei de jongen uit Shaker Heights, Ohio. Een klasgenoot van hem vertelde me hoe een lerares in woede was ontstoken nadat een leerling haar als ‘African American’ betitelde.
‘Ik ben nog nooit in Afrika geweest. Ik weet er ook niks van. Ik ben zwart!’, riep de juf.
Overigens is mijn in Vancouver studerende dochter het hier helemaal niet mee eens. Van haar mag ik niet eens ‘native American’ zeggen tegen een indiaan. Deze behoort tot de ‘indigenous peoples’.
We hadden het over Tofik Dibi. Onderwijs is zijn specialisme. Hij heeft het nodig.
Een artikel in de Volkskrant besluit hij met deze zin: ‘Dat is nodig om Nederland voor te bereiden op de toekomst die voor ons ligt.’
Wat er precies nodig is, zien we zo.
Mij gaat het om de toekomst die voor ons ligt.
Ik zie Tofik al een vette punt zetten na het optikken van deze uitsmijter.
Tevreden leunt hij achterover. Zo, die zit. Laatste zinnen kunnen niet krachtig genoeg zijn. Hij haalt zijn vrouw erbij.
‘Tofika! Kun je mijn stuk even lezen?’
In het artikel pleit Tofik Dibi voor een ‘studieheffing’. Studenten krijgen geld van de staat en betalen later de schuld naar draagkracht terug. Misschien is het wel een geweldig eerlijk systeem. Waar ik me altijd aan erger, is de angst bij het ene deel van de bevolking dat het andere deel meer verdient.
Deze ideologie werd wat de studiefinanciering betreft verwoord door Wouter Bos met de benepen observatie: ‘De slager betaalt mee aan de studie van de advocaat.’
En wat dan nog? Een advocaat die goed verdient, koopt meer vlees. Een slager die zijn duim afhakt, is dolblij met een goede chirurg.
Waarom wordt in Nederland alles altijd teruggebracht tot het maken van sommetjes?
‘En? Wat vind je van mijn laatste zin, Tofika?’, vraagt haar man. Hij citeert hem voor de zekerheid nog eens: ‘Dat is nodig om Nederland voor te bereiden op de toekomst die voor ons ligt.’
‘Ik weet het niet’, zegt ze.
‘Hoezo: ik weet het niet!’, roept Tofik.
‘Volgens mij ligt de toekomst altijd voor ons. Het woord zelf zegt het eigenlijk al. Een toekomst die voor ons ligt, is dubbel’, zegt Tofika.
‘Jij ook altijd met je kritiek!’, zegt Tofik.
Henk Spaan