85 jaar radionieuws
Redactie Onze Taal
In 1925 vond de eerste nieuwsuitzending op de Nederlandse radio plaats. Sindsdien veranderde er veel - en de taal veranderde mee.
Radionieuwsberichten uit 1937, 1969 en 1988.
Foto's: Lex van Lieshout
Overdreven formeel, stijf en houterig, zó klonk het eerste nieuwsbericht op de radio. Niet alleen in onze hedendaagse oren, maar ook destijds moet het al plechtstatig hebben aangedaan. Dat allereerste radionieuwsbericht op de Nederlandse radio was te horen op 1 oktober 1925. Het werd voorgelezen door journalist M.S. Vaz Dias, die ook een eigen persbureautje had. Vanuit zijn kantoor in Amsterdam belde hij tien jaar lang zijn nieuwsberichten door naar de studio in Hilversum, tot het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) werd opgericht. Dat nam de nieuwsvoorziening in 1935 van hem over.
Dat vroege ANP deed wat formaliteit betreft bepaald niet onder voor Vaz Dias. Toen in 1938 prinses Beatrix werd geboren, werd dat in een lange volzin aangekondigd als: ‘Zoals intussen in het gehele land en ook buiten onze grenzen bekend geworden is, heeft onze Koninklijke Hoogheid prinses Juliana in den afgelopen nacht het leven geschonken aan een dochter.’ Vrijwel ieder woord en iedere letter in zo'n bericht werd uitgesproken, inclusief de onbeklemtoonde lettergrepen (zoals ink in Koninklijke) en alle slot-n'en (die in de normale spreektaal van toen net zomin voorkwamen als nu). Bijna elk woord kreeg bovendien een klemtoon: ‘Zoáls intússen in het gehéle lánd...’ Dat klonk niet alleen onnatuurlijk en geëxalteerd, maar het maakte het nieuws ook tergend langzaam.
Die drang tot overdreven duidelijkheid was deels ingegeven door de toen nog belabberde kwaliteit van het radiosignaal. Maar wat ook meespeelde, was dat de omroep in het algemeen een zeer formele aangelegenheid was. Zodra iemand een microfoon onder zijn neus geschoven kreeg, móést het netjes. Bovendien waren de vroege ANP-berichten eigenlijk in eerste instantie geschreven voor kranten en andere gedrukte media. De nieuwslezers lazen in feite pure schrijftaal voor.
In de oorlogsjaren was de eerste kleine verandering merkbaar. Het was de tijd van Radio Oranje, het radioprogramma van de Nederlandse regering in ballingschap dat werd uitgezonden vanuit Londen. In Groot-Brittannië hoorden de radiomakers van nabij hoe het óók kon: het nieuws hoefde niet op hoge toon met veel nadruk te worden voorgelezen om te laten blijken dat het serieus genomen werd. De toon van de nieuwsberichten werd sindsdien iets rustiger en zakelijker.
En toen braken de roerige jaren zestig aan. De informalisering rukte op in alle delen van de samenleving, en dus ook op de radio. Piratenzenders, zoals Radio Veronica en Radio Noordzee, namen daarbij het voortouw. De zinnen in de berichten werden korter en eenvoudiger, het tempo ging omhoog, de toonhoogte ging verder omlaag, de uitspraak klonk al wat natuurlijker, en de eerste vrouwelijke stem was op het radionieuws te horen.
Maar het echte omslagpunt vinden we volgens deskundigen in de jaren tachtig. De laatste slot-n'etjes verdwijnen uit de uitspraak van de nieuwslezers, en het nieuws dat vroeger werd ‘verzorgd door het’ ANP, wordt vanaf de jaren tachtig ‘fuzogtoort’ ANP. Een achteruitgang? Volgens sommigen wel, maar wat je er ook van denken mag: het aaneenrijgen van woorden en het achterwege laten van slot-n'en en andere woorddelen komt veel meer in de buurt van natuurlijke taal dan de vooroorlogse berichten.
Intussen zijn nieuwsberichten nóg weer losser en sneller gaan klinken. Verder hebben de radionieuwslezers inmiddels een naam gekregen (‘Dit is het radionieuws, met...’), moeten die nieuwslezers ook muziekjes en quotes in hun berichten vlechten en vinden er tijdens de uitzending steeds vaker interviewtjes plaats - hetzij met mensen die in het nieuws zijn, hetzij met dj's als Giel Beelen die de nieuwslezers bevragen over het nieuws.
Meer achtergronden vindt u in het radiotweeluik ‘Het spoor terug: een wereld van verschil’ van OVT, te beluisteren via http://tra.kz/radio. Met dank aan André van Os.