■ Taaie zinnen
Deze laatste versie van het gijzelingsbericht komt al dicht in de buurt van de gesproken taal, maar het ís het nog altijd niet. Want in de ‘thuisvertelvariant’ zou het ongeveer klinken als: ‘Weet u nog, die 26 militairen? Die waren gegijzeld. Dat zeiden we de vorige keer. Nou, ze zijn bevrijd, door commando's, maar wel met veel geweld.’
Hoe kunnen we die spreektaal nóg dichter benaderen? Voortbordurend op Boermans en Brand kom ik tot het volgende recept voor een goed radiobericht: neem als basis tekstelementen die we gebruiken wanneer we praten, met maar één stuk nieuwe informatie per element. Deze elementen zijn automatisch rond de zes woorden lang. Verbind ze met elkaar met nevenschikkende voegwoorden als en, of, maar en want. Zet voor het ritme hier en daar punten, komma's en andere leestekens.
Om de methode te testen heb ik hem toegepast op een paar taaie zinnen, zoals deze:
Omdat er, zoals recent uit onderzoek is gebleken, ook in Nederland behoefte is aan goed gereguleerd legaal aanbod wil het kabinet onderzoeken onder welke voorwaarden het mogelijk is kansspelen via internet te reguleren.
(Persbericht ministerraad, 11 september 2009)
Deze onmogelijk lange en ingewikkelde zin bevat deze elementen (de elementen tussen haakjes zijn al bekend):
- | (Gokspellen op internet zijn verboden.) |
- | Er is wel vraag naar. |
- | Dat is uit onderzoek gebleken. |
- | (Het kabinet wil het anders.) |
- | Het kabinet wil een onderzoek. |
- | Het wil regels voor internetgokspellen. |
- | (Gereguleerde gokspellen zijn wel toegestaan.) |
Als we nu de elementen die ertoe doen eruit pikken en op een eenvoudige manier verbinden, met nevenschikkende voegwoorden, zou dit het radiobericht kunnen worden:
Gokspelletjes op internet zijn verboden, maar er is wel vraag naar. Het kabinet wil dat oplossen: het wil regels voor de spelletjes, en gaat nu kijken welke regels. De spelletjes-sites moeten zich daaraan houden en dan mogen ze wél.
De zinnen zijn niet heel kort, maar wel begrijpelijk, doordat ze bestaan uit nevengeschikte elementen. Dát is spreektaal: je kunt ellenlang achter elkaar doorpraten zonder dat de lengte van je woordenstroom iets uitmaakt voor de begrijpelijkheid. En berichten die zo zijn geschreven, zijn ook nog eens makkelijk voor te lezen. Zelfs als een nieuwslezer dit op het laatste moment onder zijn neus geschoven krijgt, en het meteen live moet voorlezen, weet hij vanzelf waar de klemtonen moeten komen.
Iemand die dit goed toepaste, was Jurgen van den Berg bij Giel Beelen op 3FM. Hij kon het nieuws vertellen zoals je het thuis zou doen. Zijn berichten waren altijd volstrekt begrijpelijk, je kon ze achteraf bijna woordelijk herhalen en je haakte nooit af door ingewikkelde constructies. En iedereen kan het voor elkaar krijgen, als je de spreektaal weet te ‘vangen’. Bij het ANP proberen mijn collega's en ik dat dagelijks voor elkaar te krijgen als we nieuwsberichten schrijven voor muziekstations als Radio 538, Q-music en 100% NL, en ik hoop dat uiteindelijk alle radioredacties gaan schrijven zoals we écht praten.