Horstlog
Eén ei is geen ei
Voor eieren gelden andere maatstaven dan voor standaardtalen. Ik houd me aan de regel: één ei is geen ei, twee ei is een half ei, en drie ei is een paasei. Bij taalnormen lijkt het me precies andersom: één norm is een standaardtaal, twee normen is een halve standaardtaal, en drie normen is gewoon helemaal niks.
Volgens de jongste berichten gaan Het Spectrum en Van Dale hun woordenboeken een beetje anders inrichten. Het Spectrum neemt in zijn vertaalwoordenboeken namelijk voortaan ook Belgisch Nederlands op (bouwverlof, komaf maken), naast het Nederlandse Nederlands (bouwvak, een eind aan iets maken). Motief: tot nu toe waren de woordenboeken ‘niet altijd toereikend voor de Vlaamse gebruiker’.
Bij Van Dale was de praktijk dat woorden uit het Belgische Nederlands wel opgenomen werden, maar voorzien van het label ‘Belgisch-Nederlands’. Alle overige woorden waren ongelabeld. Maar er zijn ook woorden in Nederland gangbaar die in België onbekend zijn (zoals tosti). Voortaan krijgen die ook een label: ‘Nederlands-Nederlands’. Ongelabeld blijven de woorden die in noord en zuid gelijkelijk bekend zijn, zoals tafel en stoel. Dan zijn er drie soorten: BN, NN en algemeen.
Ik denk dat het uiteenwaaieren hiermee niet af is. Volstrekt niet. Ik denk eigenlijk dat dit pas een allereerste stap is. Waarom zouden we ons beperken tot noordelijk en zuidelijk? Er zijn ook verschillen tussen oost en west. En tussen taallagen die niet regionaal zijn. Hebben die minder recht op een plaatsje in het woordenboek? Je kan erop wachten dat er ook uit die hoek claims zullen komen. Vandaag de Vlamingen, morgen de Twenten en overmorgen de Antillianen en inheemse Turken. En ook mag je verwachten dat die claims vroeger of later gehonoreerd zullen worden. Dat lijkt me niet meer dan redelijk.
En dan worden de contouren zichtbaar van het woordenboek van de toekomst: voor iedereen een geïndividualiseerd lexicon. In de papieren versie is dat een beetje lastig te realiseren, met al die varianten. Maar digitaal zal het heel goed mogelijk zijn. ‘Het’ woordenboek maakt plaats voor ‘mijn’ woordenboek. Gewoon bij het eerste gebruik een aantal opties aan- of uitvinken, en ongetwijfeld met de mogelijkheid om woorden toe te voegen of juist te schrappen.
Deze ontwikkeling heeft stellig grote voordelen, maar waarschijnlijk ook even grote nadelen. Daarom valt moeilijk te zeggen of het de goeie kant uit gaat of juist de verkeerde kant.
Maar ondertussen is wel duidelijk dat met de vernieuwingen van Het Spectrum en Van Dale de standaardtaal weer een beetje verder naar de marge schuift. Ik beweer dat overigens al jaren. Eén norm is een standaardtaal, twee normen (noord versus zuid) maakt er twee standaardtalen van, en drie normen is elk wat wils, maar geen standaardtaal.
Joop van der Horst