Gesignaleerd
Ja toch?
Cor Nelisse - Rotterdam
Jort Kelder interviewde onlangs in zijn tv-programma Bij ons in de PC de jonge, succesvolle en steenrijke zakenman Niels Voorbach. Terwijl beide heren aan het roer van Voorbachs jacht stonden, ontspon zich het volgende gesprek:
Kelder: ‘Op wat voor leeftijd zou je moeten stoppen met werken, moet je klaar zijn?’
Voorbach: ‘Ik zou wel echt voor mijn veertigste willen stoppen met werken.’
Kelder: ‘Ja toch?’
Voorbach: ‘Ja.’
Kelder doet het vaker, maar ook bij anderen hoor je het steeds meer, dat ja toch? (of korter: toch?) als reactie op een antwoord. en telkens maakt het een wat rare indruk: een vraagsteller die zijn instemming met het verkregen antwoord betuigt door nog even te informeren of de ondervraagde het zelf met zijn eigen antwoord eens is - alsof die in een paar seconden van gedachten zou kunnen veranderen. Beter: alsof niet de ondervraagde het antwoord heeft gegeven, maar de ondervrager.
Maar je kunt dat ja toch? na een antwoord ook anders zien: als een compacte, effciënte en dus handige manier om te zeggen: ‘Dat vind ik ook, en terecht, en daar denk jij dus net zo over.’