Tegenstander
Het wrange van de kritiek op de open vragen die in de examens zouden zitten, was dat het niet allemaal open vragen waren. Het waren als invuloefening vermomde meerkeuzevragen (zie het voorbeeld hieronder), waarbij er niet de keuze werd gegeven tussen een aantal letters, maar een aantal woorden. En dat terwijl open vragen wel degelijk een erg goed idee zouden zijn.
Het begrijpen en beoordelen van betogen is van het allergrootste belang. En daarbij is het belangrijk te beseffen dat de lezer de tekst in zijn hoofd actief moet omwerken. Begrijpen is dus herscheppen. In dit licht zijn tekstvragen alleen zinnig als die toetsen of de scholier dit herscheppen beheerst. Dat kan door middel van vragen als ‘Geef het genuanceerde standpunt weer dat de auteur in de alinea's 1 en 2 inneemt inzake X.’ Echte open vragen dus.
In een vwo-eindexamen horen eerder meer dan minder open vragen thuis. Of liever: de examenmakers zouden het als hun beroepseer moeten beschouwen om echte open vragen te maken. Dat zijn vragen waarin de scholier zijn herstructurerend vermogen kan tonen. In plaats van een soort invulvragen die alleen maar verschillen van meerkeuzevragen doordat de scholier zelf een woord moet vinden.
Wat vindt u ervan? Moet het examen Nederlands alleen uit meerkeuzevragen bestaan?
Geef voor 17 augustus 2009 uw mening op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘Examen: alleen meerkeuze’ of ‘Examen: ook open vragen’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.