De zwevende n
W. Sterenborg-Tilburg
Het is al generaties lang gebruikelijk dat we op het einde van werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden en dergelijke -en uitspreken als ‘e’. We zeggen dus niet ‘Zouden ze die betonnen platen nog hergebruiken?’, maar ‘Zoude ze die betonne plate nog hergebruike?’
De provincie Groningen en enkele streken in het oosten van ons land doen hier van oudsher niet aan mee. Daar laat men horen: ‘zegg'n’, ‘geev'n’, ‘praot'n’, ‘dank'ng’, ‘loop'm’, ‘kom'm’. Dus geen e maar wel een n, die soms onder invloed van de klank ervoor verandert in een ng of m.
Natuurlijk is de standaardtaalregel niet vrij van uitzonderingen. Neem nu de zin: ‘Enkele straten in de stad vragen om een onderhoudsbeurt.’ In ‘straten in’ en ‘vragen om’ worden die n'en dus wél uitgesproken. De onmiddellijk volgende klinker vraagt hier om een zogeheten hiaatdelger: een medeklinker die de leemte tussen twee klinkers vult, en dat doet natuurlijk de n die op het punt stond te verdwijnen. Als het volgende woord met een klinker begint, tasten we zo'n slot-n na een sjwa, oftewel een stomme e, automatisch niet aan: ‘boeken en tijdschrifte’, ‘stoelen of banke’, ‘wegen en pade’, ‘eten en drinke’, ‘dansen en springe’ en ‘wonen en werke’.
Laten we nu niet denken dat mensen die beroepshalve hun stem laten horen, deze uitzonderingsregel in praktijk brengen. Integendeel, zouden ze privé spreken van ‘uren en minute’, ‘de deuren en kozijne’, ‘de balken en de planke’, als het gaat om een naam zeggen ze ‘Balke-ende’, waardoor er kunstmatig een hiaat ontstaat, klaarblijkelijk door opzet - of is er aanstellerij in het spel?
Bij het delgen van hiaten wordt overigens ook weleens gebruikgemaakt van een medeklinker die hoorbaar is, maar normaal gesproken niet op schrift verschijnt. Van Dale geeft bij hiaatdelger een mooi voorbeeld: ‘wilde-n-ie’. Ie is de spreektaalvorm van hij, en wil levert in de verleden tijd wilde op. Geen n te bekennen dus op papier, maar in gesprekken wordt er toch dankbaar gebruik van gemaakt, om de overgang van -e naar ie soepeler te laten verlopen.
Premier Balkenende wordt vaak ‘Balke-ende’ genoemd.
Foto: Ministerie van Algemene Zaken