Iktionaire
Het vraag?teken
In april 2007 schreef ik in Onze Taal over het vraagteken? Hoe dat op plaatsen waar het vanouds voorkomt lijkt te verdwijnen en op plaatsen waar je het niet direct zou verwachten juist opduikt? Dus dat mensen je mailen: ‘Hoe kunnen we die vertaalslag maken’ - zo, zonder vraagteken erachter, terwijl je ook steeds vaker mensen mededelingen hoort doen op een toon alsof ze een vraag stellen, dus zeg maar: ‘En toen zijn we naar het huis van Bastiaan gegaan? En daar lagen dus die pillen? En Niels zei dat je er best drie kon nemen?’?
Dus zeg maar alsof het vraagteken in een soort identiteitscrisis zit? En niet meer weet wat het wil? En dat je je afvraagt of we dat met andere leestekens misschien ook gaan zien? Dat het uitroepteken juist ineens voor vraagteken gaat spelen? Of dat de komma zich tot apostrof ontpopt, ik noem maar iets? En hoe weird dat zou zijn?
Naar de vragend geïntoneerde niet-vraag is vrij veel onderzoek gedaan, en hij staat onder verschillende namen bekend. Omdat hij, in de jaren zeventig en tachtig, in omloop zou zijn gebracht door jonge vrouwen in en rond Los Angeles, ook wel Valley-girls, wordt hij gerekend tot de ‘Valleyspeak’, ook wel ‘Valspeak’. Maar ook Australiërs doen het, en dus noemen de Engelsen het AQI: Australian Questioning Intonation. Fonetici spreken van ‘high rising terminal’ (HRT), het oplopen van de toon naar het einde van de zin, kenmerkend voor een vraag, maar het komt ook in andersoortige zinnen voor, zoals er ook vragen zijn zonder HRT; zinnen met een vraagwoord bijvoorbeeld (wie, wat, waar, wanneer, waarom) gaan omhoog en dan alsnog omlaag.
De AQI is volgens sommigen afkomstig uit Nieuw-Zeeland, maar kwam in het Westen als Australisch verschijnsel bekend te staan dankzij de tv-series die dat land in de jaren tachtig met succes naar het noordelijk halfrond exporteerde. Zelf ken ik de HRT ook van de manier waarop mensen in Minnesota spreken, en daar zou de moedertaal van veel van de eerste settlers in de Midwest een rol spelen: het Noors.
Mijn interpretatie van de ‘Valspeak’-variant was altijd deze: de spreekster veronderstelt niets bekend bij de toehoorder, en test als het ware per zin of zij nog te volgen is. De vraagintonatie is een uitnodiging aan de toehoorder om, als er iets onduidelijk is, te interrumperen. Valley-meisjes werden gezien als prinsessen van hipheid en cool, en dachten dat gewone stervelingen soms geen idee hadden wat ze zeiden. De HRT in Valspeak is een tonaal substituut (ahum) voor ‘Begrijp je wat ik bedoel?’
De gangbare analyse was lange tijd dat de HRT op onzekerheid wijst, maar een eenvoudige mededeling als ‘En toen zijn we naar het huis van Bastiaan gegaan?’, waarom zou je daar onzeker over zijn? En inderdaad, meer recent onderzoek wijst uit dat leiders van een peergroup vaker de HRT gebruiken dan leden van een lagere rang. George W. Bush, om een andere toonaangevende taalgebruiker te noemen, gebruikte de HRT in de loop van zijn ambtstermijn steeds vaker, blijkt uit onderzoek. De HRT is geen teken van onzekerheid maar juist van (vermeende) superioriteit.
Ik rakel de kwestie weer op omdat van de week mijn oog op iets viel wat ermee te maken heeft. De Valspeak-HRT is een spreektaalverschijnsel, maar het kan op papier natuurlijk ook. Daarvoor hebben we het vraagteken. Zoals je een vraag van zijn vraagteken kunt ontdoen, kun je een niet-vraag er van eentje voorzien - ik demonstreerde het al. En wat lees ik, in een mailtje van een klasgenoot van onze dochter J.? ‘Wat mij ook nog een goed idee lijkt, is om ditzelfde te doen met de presentaties van Nederlands, aangezien Van Eekert had gezegd dat we daarvan aantekeningen moesten maken, maar volgens mij de meesten dat niet hebben gedaan?’
Voorstel plus argument, gevolgd door vraagteken.
‘'s Toch heel normaal?’, zegt J.
Blijkbaar?
Jan Kuitenbrouwer