Tegenstander
Het journaal informeert kijkers over het wereldnieuws. Dat is moeilijker dan het lijkt, zo blijkt uit onderzoek waarin het begrip van de gemiddelde kijker gemeten wordt. De kijker kan dus alle steun gebruiken, bijvoorbeeld in de vorm van duidelijk beeldmateriaal. En alles wat hem van het begrijpen afleidt, kan hij missen als kiespijn. Een verspreking is zo'n afleider, zeker als de nieuwslezer die zelf ook hoort, midden in de zin ophoudt en het opnieuw probeert. Natuurlijk, soms zijn die versprekingen leuk, en als de inderhaast uitgevoerde herstelwerkzaamheden verkeerd uitpakken, is het helemaal lachen, maar het journaal is geen bloopershow. Bovendien blijft het niet bij versprekingen, maar zijn er ook aarzelingen bij heel voor de hand liggende woorden, waardoor er een onrust in de presentatie sluipt die onbehaaglijk aandoet.
Een deel van het probleem kan verholpen worden met wat voordrachtlessen. Denk bijvoorbeeld aan Philip Bloemendal, die als hij al eens een keer een foutje maakte, nooit meteen ophield om te verbeteren, maar eerst de zin uitserveerde en in de tussentijd evalueerde of het wel nodig was om de fout te verbeteren. Aan de andere kant heb je toch ook talent nodig. Iemand die van nature aarzelend spreekt en zijn zinnen doorspekt met eh, gunnen we het beste, maar hij kan beter geen presentator worden.