Horstlog
Protectionisme
Er is een tijd geweest dat er nog geen standaardtaal bestond. Het is een hele poos geleden, maar u hoeft er niet aan te twijfelen: het was zo. Toen spraken de Groningers alleen nog maar Gronings, en de Zeeuwen enkel Zeeuws. En als er geschreven moest worden, dan deed men dat ook in het Gronings of het Zeeuws. Of in het Latijn. Maar er waren toen niet veel mensen die konden schrijven. Sowieso spraken Groningers toen bijna uitsluitend met andere Groningers, en Zeeuwen alleen maar met andere Zeeuwen, dus ze konden elkaar makkelijk verstaan.
Op den duur veranderde dat. Dat komt door de vaderlandse geschiedenis, met onder andere Karel V en de Tachtigjarige Oorlog, plus nog een paar andere items uit de canon van Van Oostrom. Nederland werd een staat, eerst een republiek, later een koninkrijk. Ieders wereld werd daardoor kleiner. Van toen af moesten de Groningers ook weleens met Zeeuwen spreken, en Hollanders met Geldersen, en kortom iedereen met iedereen. Dat was lastig, want die Groningers en die Zeeuwen spraken enkel maar Gronings of Zeeuws, en dus waren ze moeilijk te verstaan. Dezelfde problemen tussen Hollanders en Utrechtenaren. En de Limburgers waren gewoon voor iedereen niet te verstaan.
De mensen zijn zich toen een beetje aan elkaar gaan aanpassen. Dat verliep misschien niet helemaal eerlijk, zodat de een zich een beetje meer aanpaste dan de ander, maar toch: algemene aanpassing. Ik kan het ontstaan van de standaardtaal niet eenvoudiger uitleggen. Het is begonnen met de schrijftaal, al vanaf de zestiende eeuw, en later ook met de spreektaal in de negentiende eeuw.
Die aanpassing gebeurde grotendeels vrijwillig, uit welbegrepen eigenbelang. Iedereen wordt namelijk graag verstaan, en niemand houdt ervan om uitgelachen te worden. Maar af en toe, vooral in de laatste honderd jaar, werd er ook weleens enige drang uitgeoefend.
In zekere mate hielden de Groningers en de Zeeuwen en al die anderen vast aan hun eigen dialect, voor huiselijk gebruik. Maar bijna iedereen heeft forse concessies moeten doen aan de algemene taal en daarbij veel van zijn dialect opgeofferd.
En nu is het 2009. Het kleiner worden van de wereld is niet gestopt. Was het voor de Zeeuwen van de zeventiende eeuw al een hele overgang om samen te leven met Geldersen en Groningers, wij hebben te maken met minstens heel Europa, en niet zelden ook met de rest van de wereld. Dat heeft natuurlijk consequenties op het vlak van taal. Bijvoorbeeld het taalprotectionisme dat nu welig tiert. Alom mensen die de hakken in het zand zetten, en hun taal verdedigen als ging het om een cultureel erfgoed.
Het is natuurlijk ieders goed recht om niet naar de toekomst te willen kijken, maar de geschiedenis kun je niet zomaar naar je hand zetten. Als onze voorouders in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw van dezelfde gezindheid waren geweest als veel verdedigers van de standaardtaal nu, dan zou er nooit een standaardtaal gekomen zijn.
Joop van der Horst