■Uilskuiken
Volgens Crystal zijn vooral mensen van middelbare leeftijd de dupe van het taalonderwijs in Groot-Brittannië. ‘In 1965 werd bij ons het traditionele grammatica-onderwijs afgeschaft. Dat was deels misschien terecht, het was een schools vak waarin nogal schimmige ideeën werden verkondigd, zoals die voorzetselregel. Het probleem was dat het kind daarbij met het badwater werd weggegooid. (Kent u die uitdrukking in het Nederlands ook? Ja? Wat interessant!) Het vak werd niet vervangen door een andere manier om na te denken over taal. Pas in 1990 is het ons gelukt om de grammatica, in een moderne vorm, opnieuw in te voeren op de scholen.’
‘De mensen die in de tussenliggende periode naar school zijn gegaan, kunnen nauwelijks nadenken over taal. Hun baas, die oud genoeg is om nog wél de traditionele regels te hebben geleerd, stuurt hun rapporten terug met een aantekening in de kantlijn: “Uilskuiken! Dit is geen goed Engels!” Ze krijgen ingepeperd dat ze dom zouden zijn, maar ze kunnen zelfs niet bevroeden waar hij het over heeft.’
Ook van zijn eigen schooltijd herinnert Crystal zich de uren Engels vooral als enorm saai. Hoe raakte hij dan toch geboeid door taal? ‘Dat komt doordat ik in Wales opgroeide, dat wil zeggen: in een tweetalige gemeenschap, want sommige mensen spraken Engels en anderen Welsh. Het fascineerde me dat mijn ouders tegen de ene persoon anders spraken dan tegen de ander. Op school leerde ik bovendien Latijn en Grieks, Frans en Duits. Al die verschillen tussen die talen, hoe was het mogelijk!’