| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. De redactie kan buiten medeweten van de auteur inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel. |
| |
Voornaamwoorden
Stefan Hardonk - Lint, België
Jenny Audring schrijft in haar artikel ‘Mijn hart, die klopte in mijn keel’ (Onze Taal oktober) over het veranderende gebruik van verwijzende voornaamwoorden als die, dat, het, hij en zij als gevolg van het niet meer herkennen van het woordgeslacht. Als Vlaming wil ik u wijzen op de eenzijdige visie van de auteur. Vlamingen die geregeld in contact komen met Nederlanders zijn zich sterk bewust van het feit dat Nederlanders (in Vlaamse ogen) verkeerd gebruikmaken van voornaamwoorden. Om te verwijzen naar bijvoorbeeld een vork, gebruiken vele Nederlanders hij, terwijl het in Vlaanderen vanzelfsprekend is om een vork als ‘zij’ te benoemen. Ik ken geen mens in Vlaanderen die dit als een taalkundig probleem beschouwt. Het was dus misschien ook beter geweest om er duidelijker bij te vermelden dat het artikel over de Nederlandse variant van het Nederlands handelt.
| |
Taal van conducteurs [1]: ‘einde’
H. Nab - Diepenveen
Het artikel over de taal van treinconducteurs (‘Wij gaan nog voor u stoppen in Blerick’, Onze Taal oktober) heb ik met genoegen gelezen. Het deed me denken aan mijn eigen ervaringen. Ik reis vrij veel met de trein, kriskras door heel Nederland. Vaak hoor ik dan omroepen: ‘Dit is het einde van deze trein.’ Volgens mij betekent dit dat de trein waar ik in zit zó slecht is dat hij na deze laatste rit naar de sloop gaat, maar het is evident dat dit niet bedoeld wordt. Een paar maal was ik zo frikkerig om de conducteur aan te spreken over dit zinnetje, maar ik kreeg steeds als antwoord dat ze tijdens de opleiding leren dat ze het zo moeten zeggen. Volgens hen zou ‘Dit is het einde van deze rit’ niet begrepen worden door de reizigers, en daarom bleven ze hardnekkig de aanstaande sloop van het treinstel aankondigen. Misschien is ‘Dit is het einde van deze treinrit’ een betere oplossing?
| |
Taal van conducteurs [2]: ‘richting’
Jos Paardekooper - Deventer
In Onze Taal van oktober 2008 wordt in de aardige serie ‘Taal in het werk’ aandacht besteed aan de taal van de treinconducteur. Het leverde een vlot leesbaar artikel op, met veel voorbeelden van zogenaamde conducteurshumor, die naar mijn waarneming, in tegenstelling tot de NS-zienswijze, eerder toe- dan afneemt. ‘Over enkele minuten naderen wij station Utrecht’ is waarschijnlijk niet grappig bedoeld, maar lijkt mij eerder een vermenging van ‘Over enkele minuten komen wij aan in Utrecht’ en ‘Thans naderen wij station Utrecht.’ ‘Te Utrecht zal het achterste treinstel worden gesplitst.’ Conducteurshumor? Zo niet, dan hoop ik dat dat splitsen pas gebeurt nadat ik ben ‘uit- of overgestapt’. Steeds wanneer ik deze laatste mededeling hoor, krijg ik de aanvechting om te vragen wat het verschil is tussen uitstappende en overstappende reizigers.
Nog een voorbeeld: treinen rijden in ons land ook zelden meer naar een bepaalde plaats. Ze rijden alleen nog maar in die richting. Of volgens de modernste variant: ‘U bevindt zich in de intercity richting Groningen.’ Zou die trein ook echt naar Groningen gaan, of gaat hij alleen maar die kant op? En waarom heten storingen bij het spoor sinds enige tijd consequent ‘verstoringen’? Dat lijkt mij een onjuiste benaming: een storing is het gevolg van een technisch mankement, maar een verstoring wordt moedwillig veroorzaakt door menselijk ingrijpen. Weliswaar doet zich dat soort ongemak in toenemende mate in het openbaar vervoer voor, maar dat wordt bij deze mededelingen nu juist niet bedoeld.
| |
Taal van conducteurs [3]: ‘dat’
Tineke Lemeer - Houten
Het artikel over de taal van de treinconducteur deed me denken aan een communicatief wat minder bedeelde conducteur die tijdens een ritje van Houten naar Utrecht de volgende zinnen formuleerde: ‘Dames en heren, we vertrekken wat later, want er staat een gehandicapte op het perron en die zijn ze vergeten. Dus dat moet er nog even in.’ Ik hoopte van harte dat die gehandicapte mevrouw dat ‘dat’ niet heeft kunnen horen op het perron. Ook lijkt het me niet netjes om ‘ze’ te gebruiken voor de collega's die kennelijk een verzoek om assistentie vergeten waren.
| |
Taal van conducteurs [4]: ‘stoptonend’
Jan van den Berg - Goirle
Naar aanleiding van het artikel over de taal van de treinconducteur wilde ik de volgende zinsnede (gehoord in de trein van Tilburg naar Den Bosch) nog toevoegen aan het lijstje treinjargon: ‘Wij wachten voor een stoptonend signaal.’ Ikzelf noem dat een ‘rood licht’.
| |
Lastige lidwoorden
Jan Christiaan van Winkel - Driebergen-Rijsenburg
Het oktobernummer van Onze Taal bevat de eerste aflevering van een nieuwe serie: ‘Struikelblokken in het Nederlands’, over de eigenaardigheden van onze taal waar volwassen buitenlanders veel moeite mee hebben. Het ging over de lastige lidwoorden de en het. Dat deed me denken aan het volgende voorval.
Toen we in 1991 een huis kochten, was mijn vrouw ietwat verongelijkt toen mijn (Deense) moeder zei: ‘leuk huisje’. Wij moesten kromliggen voor een megahypotheek en schoonmama heeft het over een ‘huisje’. Mijn moeder gaf uitleg: ‘Sinds ik doorheb dat verkleinwoordjes altijd het-woorden zijn, verklein ik de woorden waarover ik twijfel.’ Het is toen toch nog goed gekomen tussen mijn vrouw en mijn moeder.
| |
‘Verharing’
O.L.E. Jongmans - Wateringen
Voor de haar-ziekte, het gebruik van haar om te verwijzen naar woorden die niet vrouwelijk zijn, worden in het oktobernummer (blz. 279) twee mogelijke verklaringen gegeven (haar was vroeger ook een meervoudsvorm en dus regelmatig te vinden in de buurt van woorden als publiek en regering, en schrijvers kiezen bij twijfel voor haar). Ik wil daar een derde aan toevoegen.
Het is mij opgevallen dat de ‘verharing’ vrijwel zonder uitzondering optreedt bij instanties, en niet bij personen of concrete zaken. Zo is het woord gemeente inderdaad vrouwelijk, maar kan men veel lezen over
| |
| |
‘de gemeenteraad en haar vergaderingen’, terwijl gemeenteraad toch mannelijk is. Een van de vuistregels die vroeger het geslacht van een woord hielpen bepalen, was dat woorden die begrippen of abstracties aanduiden vrouwelijk zijn. Wellicht is de steeds toenemende verharing van woorden die naar instellingen of collectieven verwijzen een echo van die oude vuistregel.
| |
Naschrift redactie
Het is onwaarschijnlijk dat het woordgeslacht beïnvloed is door een vuistregel die juist bedoeld was om de bestaande praktijk te benaderen. Bij het ontstaan van de vuistregel was het in de praktijk dus al zo dat woorden voor abstracte zaken vaak vrouwelijk waren.
| |
S wordt sj
M. van Emmerik-Jongenelen - Den Haag
Marc van Oostendorp schrijft in zijn artikel ‘Nederlandsj Neksjt’ (Onze Taal oktober) over de veranderende uitspraak van de s: ‘Vooral in Amsterdam hoor je hoe langer hoe vaker een sj-klank in plaats van een s.’ Daar kan aan toegevoegd worden dat dit ook geldt voor de uitspraak van de stadsnaam: die is ‘Amsjdam’ geworden.
| |
Lezen als zintuig
Dominique Messing - Jijona, Spanje
Tijdens het lezen van Peter-Arno Coppens artikel ‘Lezen als zintuig’, over constructies als ‘Ik lees jou iets zeggen’ (Onze Taal september), moest ik denken aan het volgende waargebeurde voorval. Een goede vriend van mijn oudste broer kreeg een brief bezorgd van zijn geliefde in Zwitserland. Zij had de brief rijkelijk besprenkeld met parfum, dus deze vriend hoorde eerst de dikke brief op de deurmat ploffen, maar kon hem daarna ook ‘ruiken liggen’.
| |
Bronzen medaille niet altijd derde plaats
Fred Steutel - Eindhoven
De oktoberaflevering van de nieuwsrubriek ‘Tamtam’ bevat een bericht over de Nederlandse successen bij de Taalkunde Olympiade. Hierin staat dat prijswinnaar Milan Lopuhaä eerder ook al ‘derde werd op de Internationale Wiskunde Olympiade’. Het is een veelvoorkomend misverstand dat iemand die een bronzen medaille wint bij deze olympiade, derde is geworden in de eindrangschikking. Dat is niet zo. Van de 535 deelnemers kregen er 121 een bronzen medaille. Bovendien kreeg Lopuhaä in Madrid geen bronzen medaille, maar een van de 100 zilveren, waarmee hij 127ste werd. De 127ste plaats lijkt misschien niet veel, maar een medaille halen op de Internationale Wiskunde Olympiade is een prestatie van belang, al hebben brons, zilver en goud daar een andere betekenis dan op de Olympische Spelen.
| |
Telescopisch Ballenbaks
Wim Kruize - Oud-hoofddocent Frans vl-vu, Anost, Frankrijk
In zijn column ‘Iktionaire’ (Onze Taal oktober) geeft Jan Kuitenbrouwer een paar voorbeelden van het, zoals hij het noemt, ‘Telescopisch Ballenbaks’ (TB), waarbij delen van woorden in de spreektaal worden weggelaten (‘koonkuis’ voor ‘Koninklijk Huis’). In NRC De Week van 29 september 2008 las ik in een necrologie van Relus ter Beek een prachtig voorbeeld van het oprukkende TB: ‘(...) naar Srebrenica, waar zich later een humanitair drama zou afspelen, waarover top heden de degens nog worden gekruist’ (cursivering van mij - WK). Het gaat hier niet om een gewone verschrijving, maar om een duidelijk geval van TB. De waarschijnlijk nog jonge journalist hoorde in zijn hoofd, in plaats van ‘tot op heden’, ‘top heden’ rondzingen en schreef dat onbekommerd op. Weet hij veel!
| |
Puntkomma en dubbele punt
Nico Vissel - Zaandam
In de rubriek ‘Taalergernissen’ in het oktobernummer klaagt Arnoud van den Eerenbeemt over het verschijnsel dat steeds vaker een puntkomma wordt gebruikt op plaatsen waar je een dubbele punt zou verwachten. Zou dit kunnen komen doordat de tekens op dezelfde toets op het toetsenbord zitten, en men vergeet de shift-toets in te drukken als men een dubbele punt nodig heeft?
| |
Schelden in Polen
Pepijn Hendriks - Leiden
Enkele opmerkingen in het artikel ‘Eikels en trutten over de grens’ van Jan Pieter van Oudenhoven en Boele de Raad (Onze Taal september) verraden dat de auteurs van het stuk niet goed bekend zijn met het Pools. Allereerst blijkt dat uit de tabel op pagina 231. Het hierin genoemde Co za kultura is niet een aanduiding voor een bepaald persoon, maar een verwijzing naar het ongepaste gedrag van die persoon. Het betekent letterlijk ‘Wat voor cultuur!’ en kan vertaald worden met ‘Wat een onbeschaamdheid!’ Verder betekent kurwa inderdaad ‘hoer’, maar het is ook een algemeen scheldwoord, dat uitgelokt wordt door de situatie. Een Nederlands equivalent is hier misschien godver! Als een vrouw ‘kurwa’ toegevoegd wordt, vermengen de twee betekenissen zich, maar als het tegen een man gezegd wordt, is de betekenis ‘hoer’ eigenlijk uitgesloten.
| |
‘Het regent zonnestralen’
Eef Kersseboom - Vlaardingen
De oktoberaflevering van Guus Middags rubriek ‘Zong’ gaat over de tekst van het nummer ‘Het regent zonnestralen’ van Acda en De Munnik. Hij schrijft over die titel: ‘Het is een nieuwe uitdrukking die al meteen klinkt als een oude vertrouwde zegswijze.’ Voor het Nederlandse taalgebied is dat juist, maar helemaal nieuw is de zin niet. In de jaren dertig van de afgelopen eeuw werd de song ‘It's Raining Sunbeams’ op de grammofoonplaat vastgelegd door de Canadese zangeres Deanna Durbin.
Deanna Durbin zong in de jaren dertig ‘It's Raining Sunbeams’.
| |
Weggevallen
In het vorige nummer is bij de ‘woordwolk’ met uitdrukkingen uit de speeches van Barack Obama (blz. 317) de bronvermelding weggevallen. De illustratie is ontleend aan www.speechwars.com van Ben Reis.
Meer informatie over de speeches van Obama is te vinden via www.onzetaal.nl/2008/11/obama.php.
|
|