■Minder moeite
Italianen zijn niet zo veel anders dan wij. Ook in Italiaanse kranten en Italiaanse kindermonden worden lidwoorden weggelaten. Als je lezers van La Repubblica laat kiezen tussen ‘Leone ferisce un bambino’ en ‘Un leone ferisce bambino’ (‘Een leeuw verscheurt een kleuter’), kiezen ze doorgaans voor de eerste variant.
Dat is allemaal niet verwonderlijk als De Langes theorie klopt: alle mensen hebben de neiging om zuinig om te gaan met hersencapaciteit. En lidwoorden zijn in iedere taal relatief overbodige taalelementen als het om het overdragen van informatie gaat.
Wel bijzonder is dat Italianen bij alle toetsen die De Lange uitvoerde, systematisch minder lidwoorden weglieten dan Nederlanders. Als de redenering hiervóór klopt, zou dat moeten komen doordat het Italiaanse lidwoord minder moeite kost dan het Nederlandse. En dat is inderdaad precies wat De Lange beweert. Daarom levert het weglaten van een lidwoord voor een Italiaan niet zo veel winst op.
Op het eerste gezicht is dat verrassend, want het Italiaans heeft meer verschillende lidwoorden dan wij. Waar het Nederlands het met de, het en een moet doen, kent het Italiaans onder andere il, lo, la, gli, le, uno, una, del en dei. Je zou kunnen denken dat het ingewikkelder is om een lidwoord te kiezen uit zo'n grote verzameling. Maar hier staat iets tegenover.
De Italiaanse lidwoorden hebben allemaal een duidelijk omschreven plaats in het taalsysteem. Het verschil tussen de en het in het Nederlands is veel diffuser: het valt nauwelijks te voorspellen of een gegeven woord een de- of een het-woord is. Kennelijk maakt die onvoorspelbaarheid de keuze zó zwaar dat het in uitzonderlijke omstandigheden voordelig is om het lidwoord helemaal te laten vallen.