■Magere Hein
Opmerkelijk is dat grande bouffe vooral de laatste jaren ook nu en dan figuurlijk wordt aangetroffen in het economische katern van de krant, als metafoor voor de tendens dat bedrijven elkaar opslokken en steeds groter worden. Zo schrijft Het Financieele Dagblad over de snelle groei van het Franse concern Pinault:
1998 wordt voor Pinault het jaar van de grande bouffe. Artemis, dat 42% van PPR controleert, verwerft in enkele maanden tijd het weekblad Le Point, het Britse veilinghuis Christies en het vastgoed van de maatschappij Sefimig. Eind 1998 komt daar de spectaculaire overname bij van het aandelenbelang (12,4%) van financier Vincent Bollore in bouwconcern Bouygues.
(23 maart 1999)
Blijkbaar is dit metaforische gebruik nog niet algemeen genoeg om ook in die betekenis in het woordenboek te worden vermeld. En of dat ooit nog eens zal gaan gebeuren, is twijfelachtig. Het gebruik van de term grande bouffe lijkt namelijk nogal sterk gebonden aan persoonlijke kennis van de film: wie de film niet gezien heeft, zal grande bouffe ook niet snel gebruiken - noch letterlijk (‘schranspartij’) noch figuurlijk (‘het opslokken of verzwelgen’).
En vanuit dat perspectief heeft grande bouffe misschien niet meer zo'n heel lange toekomst in onze taal. Want de mensen die de film in de jaren zeventig of tachtig hebben gezien, worden ouder en ouder en zullen over pakweg een halve eeuw allemaal verzwolgen worden bij de grande bouffe van Magere Hein.