â– Succesbabbel
Iedereen denkt dat het ‘Een eigen huis’ heet, maar de officiële titel is ‘Alles kan een mens gelukkig maken’. En, dat zie je ook wel vaker bij bekende meezingers, eigenlijk weet niemand precies waarover het gaat. Iedereen denkt dat het de vlot vertelde succesbabbel is van een Amsterdamse vrije jongen. Hij is goed terechtgekomen en vertelt nu een beetje patserig over zijn leven zonder zorgen: ‘Ik kan niet zeggen dat ik iets tekortkom. / Geen idee, geen benul wat de smaak van honger is. / Als ik geen zin heb om te koken, / dan loop ik even naar de markt voor een moot gebakken vis.’
Verder nog problemen? Nee hoor.
‘Als ik morgen geen zin heb om te werken, / dan stel ik al het werk tot overmorgen uit.’ Handige jongen, met overal zo zijn mannetjes. ‘En als de kleuren van m'n huis me irriteren, / dan vraag ik of de buurman het vandaag nog overspuit.’
Het komt er allemaal lekker makkelijk uit rollen. En er lijkt voorlopig geen vuiltje aan de lucht. Zo zet het refrein in: ‘Een eigen huis, een plek onder de zon.’ De zanger heeft het goed voor elkaar, maar hoe zit het van binnen? Ook daar geen problemen. De zinnen lopen lekker: ‘En altijd iemand in de buurt die van me houden kon.’ Daar zijn we dan bij de rijmdwang. De dichter had haast, de zanger ook, het moest rijmen op ‘onder de zon’, dus toen werd het maar iemand in de buurt ‘die van me houden kon’. Het klinkt raar. ‘Kon’ is hier geen verledentijdsvorm; het betekent ‘zou kunnen’, maar dan nog klinkt het raar. De bedoeling was: ‘en altijd iemand in de buurt die heel erg van me houdt’. Dan had de dichter iets anders moeten verzinnen voor de regel ‘een plek onder de zon’. Zo moeilijk had dat niet hoeven te zijn (‘een plekje zo vertrouwd’, ‘de badkranen van goud’, ‘de keuken duur verbouwd’), maar daar was blijkbaar geen tijd meer voor.