| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. De redactie kan buiten medeweten van de auteur inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel. |
| |
‘Ga toch gunter roken’
Sam Rozemond - Voorburg
In het juninummer las ik H.J.A. Hoflands artikel ‘Rookvrije taal’, over de taal van het roken, en in de rubriek ‘Reacties’ van hetzelfde nummer de ingezonden brief van Fredje Bouma over onverstaanbaar uitgesproken woorden (zoals ‘nese gering’ = ‘Nederlandse regering’). Die twee bijdragen deden me denken aan het reeds lang niet meer bestaande sigarettenmerk Hunter. De producent daarvan ontdekte te laat dat de Nederlander niet elke letter uitspreekt en dat zijn (door Hofland niet vermelde, maar destijds wijdverbreide) slagzin zich slechts liet horen als ‘Man, ga toch gunter roken!’
‘Ga toch gunter roken’?
| |
Probleem is...
Gérard Simons - Schiedam
Berry J. Prinsen schrijft in de rubriek ‘Taalergernissen’ in het juninummer van Onze Taal dat hij de laatste tijd vaak zinnen hoort van het type ‘Probleem is dat hij ziek is’, waarbij het lidwoord aan het begin van de zin ontbreekt. Het verschijnsel is echter niet van vandaag of gisteren. Jaren geleden heb ik het onderzocht, en toen bleek al dat de frequentie van dit soort zinnen sinds 1950 was toegenomen. zie ook mijn artikel ‘Nogmaals: Feit-is-dat-zinnen’ in Nederlands van Nu (het toenmalige Vlaamse zusterblad van Onze Taal) van september 1977.
| |
Bukshagprobleem
J. van Donselaar - Bilthoven
In H.J.A. Hoflands artikel over de taal van het roken (Onze Taal juni) komt de uit de oorlog stammende vraag aan de orde hoeveel sigaretten je kon roken als je tien peuken had en van de shag van drie peuken één nieuwe sigaret kon rollen. Dit vraagstuk deed indertijd de ronde als een grappig bedoelde vernuftigheidstest.
Hoflands antwoord is: vier. Immers, eerst drie, die leveren dan weer drie nieuwe peuken op; van deze plus die ene die je nog hebt kun je dan nog een vierde extra lange sigaret rollen. Maar het kan, werd mij toen verteld, nog slimmer. Rook die eerste drie op en gebruik ook voor je vierde sigaret weer drie peuken in plaats van vier; dan houd je er dus nog één over. Als je dan de vierde sigaret opgerookt hebt, heb je er nog een, dus samen twee. En nu komt het: leen een peuk, dan kun je nog een vijfde sigaret rollen, en als je die opgerookt hebt, geef je de peuk terug.
| |
Huis te + riviernaam
Martin van den Bogaerdt - Schiedam
De juniaflevering van Riemer Reinsma's rubriek ‘Namen op de kaart’ gaat over namen van dorpen en steden die aan een rivier liggen. Reinsma schrijft dat de woorden Huis en te nooit voorkomen in combinatie met een riviernaam. Maar in Dordrecht ligt de ruïne van het Huis te Merwede en in Schiedam, vlak bij de Schie, het restant van het Huis te Riviere.
| |
Naschrift Riemer Reinsma
De heer Van den Bogaerdt heeft gelijk. Het voorbeeld van het Huis te Merwede laat zien dat Huis te inderdaad voorkomt in combinatie met een riviernaam. Bij Huis te Riviere ligt het overigens iets genuanceerder: Riviere slaat niet (direct) op de Schie, maar betekent hier ‘oeverland’.
| |
Liefdeloze woordafbrekingen
Wes Holleman - Utrecht
In het juninummer van Onze Taal trof ik de volgende woordafbrekingen aan. Als corrector zou ik telkens één lettergreep eerder hebben afgebroken (en twee eerder bij Dictionary). Niet plichtshalve, maar gewoon uit liefde voor de taal.
Portuge- |
tirookfront; |
other cigaret- |
se; oud-di- |
gelegenhe- |
te; eeuwenlan- |
recteur; Lo- |
den; gezon- |
ge; arbeidson- |
chem; inge- |
gen; allitere- |
rust; Dictio- |
stuurd; fone- |
rende; co- |
nary; theore- |
tisch; inge- |
lumnisten; |
tisch; beke- |
blazen; te- |
meezin- |
ken; voorou- |
genhanger; |
gen; onge- |
ders; waaron- |
articule- |
luk; overge- |
der; ‘smid’-na- |
ren; onlo- |
ven; bele- |
men; voorko- |
gisch; an- |
ving; any |
men |
| |
Naschrift redactie
Wij kijken altijd nauwgezet en met dezelfde blik als de heer Holleman naar de afbrekingen. Voorbeelden zoals hij die noemt, proberen we dan ook te vermijden. Maar niet elke niet-perfecte afbreking kan worden gewijzigd. Soms leidt zo'n aanpassing namelijk tot één of meer nóg minder fraaie afbrekingen, of tot grote ‘inhammen’ aan de rechterkant van de kolom - en soms ook tot ‘verloop’ van de tekst, met in zijn kielzog een uiterst storend ‘hoerenjong’: een heel korte regel boven aan een kolom. Soms moet je, met andere woorden, uit twee kwaden de minst kwade kiezen. En dat kan ertoe leiden dat de minder fraaie afbreking blijft staan. Daarbij moeten we natuurlijk ook bedenken dat de afbrekingen die de heer Holleman noemt op zich niet fout zijn.
Hoe dan ook: we zien dit als een aansporing om nóg zorgvuldiger te corrigeren.
| |
Allermoeilijkste taal?
Jan Versteegh - Knegsel
Jan Erik Grezel schrijft in het juninummer in zijn artikel ‘De allermoeilijkste taal die er is’ over de moeilijkheden die buitenlanders zoal ondervinden wanneer ze Nederlands leren. Hij noemt bekende struikelblokken als het gebruik van er en het, en het verschil tussen kennen en weten. Hij citeert een Spanjaard die ooit verontwaar- | |
| |
digd uitriep: ‘Nederlands is de allermoeilijkste taal die er is.’
Deze man overdrijft. De Romaanse talen kennen vergelijkbare moeilijkheden. Op veel niet-Nederlanders komt het Nederlands veeleer wat armzalig over, want het kent niet eens een toekomendetijdsvorm in de werkwoordvervoeging, en ook niet de nuances in de verledentijdsvormen zoals bijvoorbeeld het Russisch, Spaans, Frans en Portugees die wel kennen. En wat te denken van het Fins met zijn vijftien naamvallen?
| |
‘Liever gewoon dood’
C.J.T. Lindgreen - Hoofddorp
Dat men in 1938 al wist hoe slecht roken is voor de gezondheid, wordt aangetoond in de dat jaar verschenen roman Mensen zonder geld van Jan Mens, zo beweert Ewoud Sanders in de juniaflevering van zijn rubriek ‘Bargoens’. Hij baseert die conclusie op het antwoord ‘Dankie, 'k ga liever gewoon dood’ van iemand die een sigaret krijgt aangeboden. Dat hoeft echter geen doorslaggevend bewijs te zijn, want deze uitdrukking werd (en wordt) vaak gebruikt als men een aanbieding of uitnodiging afslaat - ook als die betrekking heeft op iets wat niet riskant of levensbedreigend is. ‘Ik ga liever gewoon dood’ is ook te horen als antwoord op vragen als ‘Ga je mee winkelen?’ of ‘Wil je een broodje inktvis?’
| |
Etmaal versus komende 24 uur
L.J. Lewin - Driebergen
Weermannen op televisie hebben het vaak over ‘de komende 24 uur’ en niet over ‘het komende etmaal’, en in de rubriek ‘Taalergernissen’ in het juninummer van Onze Taal vraagt Hans van Westen zich af waarom dat zo is.
Wel, volgens mij dekken de twee begrippen elkaar niet. ‘De komende 24 uur’ beginnen terwijl de spreker nog aan het woord is en eindigen de volgende dag op dezelfde tijd. ‘Het komende etmaal’ begint op het moment waarop Assepoester het bal moet hebben verlaten - precies om middernacht.
| |
Engels van Gerard Reve
Sjef Bosman - Aouste sur Sye, Frankrijk
Foto: Peter Mazèl
De heer Spaan laat zich in de juniaflevering van zijn column laatdunkend uit over het Engels van Gerard Reve. Hij citeert ‘I heard, to my great content, that you are hard at work.’ In eerste instantie kon ik het wel met hem eens zijn, aannemende dat hij op het derde deel van de zin doelde. Maar zuiver toevallig las ik kort daarna in R.L. Stevensons Treasure Island de volgende zin: ‘We were all hard at work, changing the powder and the berths, when the last man or two, and Long John along with them, came off in a shore-boat.’ zou dat dan ook slecht Engels zijn? Of is het omdat het in de achttiende eeuw speelt, of omdat de verteller van het verhaal ‘maar’ een zeeman is, of omdat de schrijver een Schot was? Het staat er intussen wel. zou het dan toch niet zulk slecht Engels zijn?
| |
Chinese spreekwoorden
Kees Kuiken - docent Chinees, Talencentrum RU Groningen
Met veel genoegen las ik het artikel van Riemer Reinsma over Chinese spreekwoorden in het Nederlands (‘Leiden alle wegen straks naar Peking?’, Onze Taal juli/augustus). Over de authenticiteit van de vele ‘Chinese’ spreekwoorden in de Nederlandse media ben ik nog iets sceptischer dan Reinsma, maar ‘One look is worth a thousand words’, dat volgens Reinsma door reclameman Fred Barnard is verzonnen, is echt Chinees (‘bai wèn bú rú yi jiàn’). Alleen de betekenis is een beetje uit zijn verband gerukt: die ligt dicht bij ‘zien is geloven’, dat Reinsma ook noemt.
|
|