Chinezen
Het werkwoord chinezen betekent volgens de grote Van Dale (2005) niet alleen ‘bij de Chinees, in een Chinees restaurant gaan eten’, maar ook ‘heroïne of cocaïnebase op aluminium verhitten om de damp door een pijpje te inhaleren’. In de grote Van Dale is de eerste betekenis altijd de oudste. En dat lijkt inderdaad te kloppen. Althans, als je afgaat op vindplaatsen in de Nederlandstalige literatuur. Chinezen in de betekenis ‘bij de Chinees eten’ is in 1977 voor het eerst aangetroffen, in een roman van Jan Wolkers. In De kus schreef Wolkers: ‘Hier stond ik een keer met een paar knullen te wachten op een vrachtwagen die ons naar de stad zou brengen. Om te gaan chinezen.’ Voor wie denkt dat dit toch over heroïne inhaleren gaat: even later is er sprake van ‘bami’.
Slechts een paar jaar later, in 1982, vinden we die andere betekenis van chinezen, in een beroemd boek over een verslaafd meisje: Het verrotte leven van Floortje Bloem. ‘Ballpoints waren er zat in huis’, schreef Yvonne Keuls, ‘want iedereen had ze nodig om te chinezen, maar papier was wel eventjes zoeken.’
In een andere verslavingsroman, Bunkers bouwen van René Stoute uit 1986, vinden we in dit verband een fraaie spraakverwarring. ‘De wethouder stelde voor’, zo lezen we hier, ‘de volgende keer “informeel te gaan chinezen” - met deze uitdrukking bedoelde hij niet de in zwang geraakte en aldus genoemde wijze van heroïne roken. Hij bedoelde eten, een “ongedwongen” etentje.’
Het werkwoord chinezen ontstond waarschijnlijk doordat deze manier van roken (in het Engels onder meer ‘chasing the dragon’ genoemd) oorspronkelijk in China werd gebruikt om opiumdampen te inhaleren. Daarnaast zal een rol hebben gespeeld dat heroïne in de jaren zeventig vooral via Chinezen in Nederland terechtkwam.