Goedkope eetgelegenheden
Na de repatriëring van Indische Nederlanders uit het onafhankelijk geworden Indonesië verschenen er in de loop van de jaren vijftig steeds meer Chinees-Indische restaurants in Nederland. Het feit dat de Chinezen op deze manier als bevolkingsgroep zichtbaarder werden, inspireerde het cabaretduo de Wama's begin jaren zestig mogelijk tot hun twee merkwaardige meezingers ‘Ping en Pong spelen ping-pong’ (‘Pang zei de ping-pong bal / Ping en Pong spelen ping-pong / Kwee nie wie het winnen zal’) en ‘Drie Chinezen met een contrabas’ (‘Die tripten over straat, net als ganzen in de pas’).
Het tweede liedje, in 1974 ook gezongen door André van Duin, steekt de draak met de ‘hele vleemde taal’ van de Chinezen en vertelt hetzelfde verhaaltje respectievelijk met de klinkers ie, o en ei/e, om te eindigen met ‘Drie Chiniesie miet ie cientriebies / Do tropen over stroot, not os gonzen in de pos / De peileitie vend det det een overtreding was / Drie Chinezen met een contrabas.’
Als goedkope eetgelegenheden werden de restaurants snel bekend bij ‘gewone’ Nederlanders, zoals in 1962 bleek uit het lied ‘Li-Wang Tai-Fu’ van het Cocktail Trio. Daarin sluit de gelijknamige restauranthouder zijn eethuis ‘Schone laken’ om terug te keren naar China. Ook in dit lied speelt de ‘vleemde taal’ een hoofdrol: ‘Hé, Li-Wang Tai-Fu, wat hebben ons gehoold? / Ga jij uit jouw lestaulantje weg? (...) Dat is jammel, want dan kunnen ons niet meer lekkel bami-bami eten (...) Wie er nu nog wel gaat smullen heeft vooltaan een stlop / Want de keuken is gesloten en de loempia's zijn op.’
Verheffend is het allemaal niet, maar populair was het wel.