| |
Chattaal en goed vermomd
Buitenlandse invloeden op het Chinees
Rint Sybesma - taalkundige, sinologisch instituut leiden
Als de Chinezen volgende maand hun gasten in het Engels te woord staan, zal dat niet op veel problemen moeten stuiten. Die taal is immers bijna niet meer weg te denken uit de Chinese maatschappij. Maar heeft het Engels zich ook in het Chinéés genesteld? Waarom redde shālā (‘salade’) het wel, en délǜfēng (‘telefoon’) niet?
China, 2008: de Olympische Spelen komen eraan en iedereen gaat Engels leren. Niemand mag achterblijven. Overal worden cursussen gegeven, ook voor specifieke doelgroepen. Vooral mensen die in een dienende functie met buitenlanders te maken zullen krijgen, moeten eraan geloven: taxichauffeurs, obers, serveersters, kamermeisjes en -jongens, receptionisten, baliemedewerkers, telefonisten, enzovoort. Op televisie worden de reclameblokken al maandenlang onderbroken door korte sketches (van een minuut of drie) onder de titel ‘Olympic English’, waarin steeds een andere Bekende Chinees het televisiekijkend publiek een heel simpel zinnetje Engels leert. Hij of zij zegt het een paar keer, het wordt door een ander een paar keer herhaald, en er wordt goed bij uitgelegd en uitgebeeld in wat voor situatie je het kunt gebruiken. ‘You are very welcome!’ ‘It is my treat!’
Nu is Engels leren niets nieuws in China. Vooral sinds het land zich in de jaren tachtig langzamerhand openstelde voor de rest van de wereld, is het Engels niet meer weg te denken uit het Chinese onderwijs, op alle niveaus, te beginnen bij de crèche. Bij veel universitaire en andere instellingen van hoger onderwijs is Engels een verplicht vak, bij veel banen is grondige kennis van het Engels een must. Miljoenen en nog eens miljoenen Chinezen zijn in de loop der tijd met het Engels in aanraking gekomen.
| |
■Chatbox
Soms lijkt het erop dat het Engels ook het Chinees is binnengedrongen. In kranten en tijdschriften kom je tussen de Chinese karakters talloze afkortingen tegen in Latijnse letters: MP3, DVD, NBA, IT, WTO, CEO, DNA, SIM, XO - om er maar een paar te noemen. Veel van deze termen hebben ook wel Chinese vertalingen, maar die worden minder gebruikt. Ofwel men kent ze niet (net als bij ons: wie weet nu waar sim voor staat, of mp3?), ofwel de Engelse afkortingen zijn veel hipper (CEO, IT).
De invloed van het Engels is waarschijnlijk nog het best voelbaar in de chatbox. Daar hebben GF en BF, respectievelijk ‘girlfriend’ en ‘boyfriend’, de Chinese woorden nǚpéngyou en nánpéngyou vrijwel geheel verdreven. En ML staat voor ‘make love’, handig als je de preutse overheidsfilters wilt omzeilen. Te pas en te onpas vindt men dingen ook ‘kù!’, oftewel: ‘cool’ (ook op straat te horen).
Leuker is 419, eigenlijkfour-one-nine, hetgeen ‘for one night’ betekent, en diens variant 4N9, met de N als wiskundig symbool n voor als je het níét bij één night wilt laten. In 88 moeten de cijfers juist weer op z'n Chinees gelezen worden, ‘baba’, wat moet worden verstaan als ‘bye bye’. In P9 moet je de p op z'n Engels en de 9 op z'n Chinees lezen. Dan krijg je ‘pí-jiǔ’, wat ‘bier’ betekent.
Mijn absolute favoriet is 3Q. De 3 moet op zijn Chinees gelezen worden, ‘sān’, en de q op zijn Engels. Dan krijg je dus ‘san-kjoe’, oftewel: ‘thank you’.
Maar als je wat verder kijkt, blijkt het bij dit soort spielerei te blijven. Verder
| |
| |
dan wat afkortingen in hoofdletters en creativiteit in de chatbox reikt de invloed van het Engels niet. 419 en dan 88 dus eigenlijk.
Met de Olympische Spelen in aantocht wordt er in China druk Engels geleerd.
Foto: © Ian Teh / Hollandse Hoogte
| |
■Nieuwe woorden
Hoewel ook in China deze of gene gezagsdrager, al dan niet namens een of ander ministerie, zo nu en dan waarschuwt voor te veel invloed van het Engels op het Chinees, heb ik niet de indruk dat men zich werkelijk zorgen hoeft te maken. Er zijn in elk geval geen aanwijzingen voor recente Engelse invloed op het Chinees. Als er al enige invloed is, dan beperkt die zich tot de woordenschat.
Dat is wel anders geweest. In het begin van de twintigste eeuw stelde China zich in een drang tot modernisering ook een tijdlang open voor ideeën van buiten, en toen was het Chinees wat minder stabiel dan nu. Men had het keizerrijk afgeschaft en in één moeite door ook het klassiek Chinees als geschreven medium voor politiek en bestuur aan de straat gezet. De aldus ontstane leemte werd opgevuld met de schrijftaal die enige eeuwen lang vrijwel uitsluitend was gebruikt voor verhalende literatuur. Die taal moest in korte tijd worden klaargestoomd voor een nieuwe functie in een nieuwe tijd, om uit te groeien tot wat ze nu is: de officiële standaardtaal van China. Dat betekende vooral veel nieuwe woorden. Maar volgens sommige taalkundigen bleef het daar niet bij. Het zou bijvoorbeeld aan de invloed van het Engels te danken zijn (of te wijten, het hangt er maar van af aan welke kant je staat) dat het tegenwoordige Chinees de lijdende vorm (zoals het Nederlandse Hij wordt geslagen) zo veel gebruikt, of dat het zo veel gebruikmaakt van persoonlijke voornaamwoorden (met name de Chinese tegenhangers van het en hij), terwijl het klassiek Chinees die slechts zeer spaarzaam inzette. Ook voegwoorden (zoals de Chinese tegenhanger van hoewel) en verbindingswoordjes zoals en zouden wijzen op Engelse invloed. Verder zou het Chinees bezig zijn een onbepaald lidwoord te ontwikkelen, zoals ons een, waar het dat niet had. Of deze ontwikkelingen echt het gevolg zijn van invloed van buiten, daarover is het laatste woord echter nog niet gesproken. Een onvervalst onbepaald lidwoord heeft het Chinees nog steeds niet.
| |
Chinese karakters en westerse letters
In dit artikel zijn alle Chinese woorden weergegeven in het ‘pīnyīn’, een systeem om Chinees op te schrijven in ‘gewone’ Latijnse letters, in plaats van in de in China gebruikelijke ‘karakters’, de Chinese schrifttekens. De accenten en andere tekentjes op de woorden geven de toon aan waarop het woord moet worden uitgesproken - het Chinees is een toontaal: iedere lettergreep moet met een bepaald toonverloop, bijvoorbeeld stijgend of dalend, worden uitgesproken. Het pīnyīn wordt in China zelf toegepast als hulpmiddel in het onderwijs, om kinderen de karakters te leren. Het wordt ook gebruikt bij het invoeren van karakters op de computer: je typt het Chinees op een gewoon toetsenbord in onze letters in volgens de spellingregels van het pīnyīn, en het tekstverwerkingsprogramma zorgt er vervolgens voor dat de juiste karakters op het scherm komen. Fouten die het programma zo nu en dan maakt, kun je gemakkelijk rechtzetten.
| |
| |
| |
Hybride leenwoorden
Vrij veel leenwoorden in het Chinees bestaan uit een klankomzetting van het originele woord met daarachter, soms ervoor, een Chinees woord om aan te geven om wat voor soort ding het gaat. Het Chinese deel valt er soms na verloop van tijd vanaf, of is optioneel. Hier zijn wat voorbeelden:
• | met chē (‘voertuig’)
tǎnkè-chē (‘tank’) |
mōtuō-chē (‘motorfiets’) |
jípǔ-chē (‘jeep’) |
|
• | met qiāng (‘schietwapen’)
láifù-qiāng (‘geweer’; Engels rifle) |
|
• | met ǔ (‘dans’)
bālěi-wǔ (‘ballet’) |
tàngē-wǔ (‘tango’) |
sāngbā-wǔ (‘samba’) |
|
• | met yú (‘vis’)
|
• | met jiǔ (‘alcoholische versnapering’)
pí-jiǔ (‘bier’) |
xiāngbīn-jiǔ (‘champagne’) |
jiǔ-bā (‘bar’; waarvan afgeleid: wǔng-ba: ‘net, web’ + ‘bar’: ‘internet-café’) |
|
• | met qiú (‘bal, balsport’)
pīngpāng-qiú (‘tafeltennis’) |
gāo'érfū-qiú (‘golf’) |
bǎolíng-qiú (‘bowling’)
(Soms wordt qiú ook gebruikt als toevoeging bij sporten waar niet eens een echte bal aan te pas komt, zoals ijshockey en badminton - zie het kader op de volgende bladzijde.) |
|
| |
■Warm nestje
De nieuwe taal van China had een eeuw terug dus veel nieuwe woorden nodig - en dat waren veelal buitenlandse woorden. Veel Japanse (zie het artikel van Koos Kuiper en Nicoline van der Sijs, bladzijde 202), maar ook veel westerse, met name Engelse. Alleen zijn die nu grotendeels weer uit de taal verdwenen. Waar zijn ze gebleven?
Zoals iedere taal kent ook het Chinees leenwoorden, maar de meeste daarvan die uit het Engels afkomstig zijn, worden dusdanig snel verchineesd (via een vertaling of beschrijving) of vervangen door een beter passend leenwoord uit het Japans dat de Engelse oorsprong al gauw niet meer herkenbaar is. Fototoestellen hebben een tijdje kāimàilā geheten (waarin nog moeiteloos het woord camera te herkennen valt), om maar een voorbeeld te noemen, maar nu kent iedere Chinees die dingen als zhàoxiàngjī (‘beeld-schijnapparaten’). Zo ging dat in de jaren twintig en zo gaat dat nog steeds.
Illustratie: Hein de Kort
Toch zijn er heel wat woorden van Engelse komaf die in het Chinees een warm nestje gevonden hebben. Hier zijn wat voorbeelden: shālā (‘salade’), jítā (‘gitaar’), yōumò (‘humor’), pǔkè (‘pokerkaarten’), shāfā (‘sofa’), luójí (‘logica’), léidá (‘radar’).
Ten slotte zijn er ook veel die enige tijd werden gebruikt, maar verdwenen zijn zodra er een beter bekkend alternatief voorhanden was, zoals: démókèlāxī (‘democratie’), pǔluóliètǎlìyà (‘proletariaat’), délǜfēng (‘telefoon’). Die werden uiteindelijk vervangen door: mínzhǔ (‘primaat [ligt bij] het volk’, van Japanse makelij), wúchǎnjiëjí (‘klasse zonder kapitaal’) en diànhuà (‘elektrische spraak’, ook Japans).
De vraag is: waarom houden sommige Engelse woorden stand en andere niet? Waarom shālā en yōumò wel en kāimàilā en délǜfēng niet?
| |
■Taalomgeving
Bij het al dan niet opnemen van Engelse woorden speelt angst voor de buitenwereld in elk geval geen enkele rol. Die angst is er niet. Ieder land heeft zijn bangeriken, maar China is absoluut geen xenofobe natie.
Waar ligt het dan wel aan? Ik kan een aantal redenen bedenken. Ten eerste de taalomgeving. Het Engels is bij lange na niet zo alomtegenwoordig als hier: films worden nagesynchroniseerd, er zijn weinig tot geen Engelstalige zenders op tv, de popscene bedient zich grotendeels van het Chinees, enzovoort. Het is dan wel zo dat het aantal mensen dat Engels leert en dat die taal goed beheerst heel groot is, zeker in absolute aantallen, maar wie daaruit afleidt dat iedereen in China wel Engels begrijpt, komt van een koude kermis thuis. Velen komen met het Engels in aanraking, maar meer dan een oppervlakkig contact is het bij de meesten niet. Het aantal mensen dat écht met het Engels in aanraking komt, is relatief gezien verwaarloosbaar klein. Met ‘echt’ bedoel ik: het veel gebruiken, laten we zeggen, ‘on a daily basis’.
Een tweede factor is het schrift. Je kunt op schrift een Engels woord er niet gemakkelijk tussen moffelen zonder dat
| |
| |
het opvalt. Westerse letters tussen al die karakters, dat zie je meteen. Dat geldt niet alleen voor geschreven media, maar ook in opschriften en aankondigingen. Het gaat dus niet ongemerkt. Dat is de reden waarom Japanse, in karakters geschreven woorden een veel grotere overlevingskans hebben.
| |
■On-Chinees
Natuurlijk kun je Engelse woorden ook in karakters opschrijven, maar daar worden ze niet meteen ‘Chineser’ door. Je moet ze dan immers ook in het keurslijf van de Chinese klankstructuur duwen en daar wringt het, want Engelse en Chinese woorden verschillen nogal van elkaar. Zo zijn Chinese woorden over het algemeen niet langer dan één of twee lettergrepen, en de weinige langere woorden hebben (op een paar groepen uitzonderingen na) over het algemeen een even aantal lettergrepen. Een woord als démókèlāxī is alleen al daarom, met zijn vijf lettergrepen, een heel on-Chinees woord. Verder kent het Chinees geen ingewikkelde medeklinkercombinaties zoals str of kl. Dit betekent dat dergelijke combinaties in Engelse leenwoorden moeten worden opengebroken, waardoor een woord alleen maar nog langer wordt. In het woord démókèlāxī zien we dat -cra- uit het Engelse origineel er in het Chinees uit komt als -kèlā-. Soms wordt zo'n combinatie ook vereenvoudigd. Dat zien we in màikèfēng (‘microfoon’), waar van -cro- slechts -kè- is overgebleven.
Kortom, een Engels woord dat trouw aan de klank in het Chinees wordt omgezet, levert al gauw een heel on-Chinees woord op. Het rijtje succesvolle leenwoorden van hiervóór - van shālā (‘salade’) tot léidá (‘radar’) - bevat niet voor niets alleen tweelettergrepige woorden. Màikèfēng (‘microfoon’), een woord dat het heel lang heeft uitgehouden, is uiteindelijk toch vervangen, door huàtǒng (‘spreekbuis’). Het bleef on-Chinees aanvoelen.
| |
■Betekenisvolle lettergrepen
Dat brengt ons bij de laatste reden waarom veel Engelse leenwoorden het klankmatig niet lang uithouden: de verstoorde relatie tussen de betekenis van de samenstellende delen en die van het geheel. In het Chinees heeft iedere lettergreep een betekenis en veruit de meeste Chinese meerlettergrepige woorden zijn ook meteen samengestelde woorden - woorden dus die zijn opgebouwd uit betekenisvolle delen, die ieder een steentje bijdragen aan de betekenis van het geheel. Màikèfēng bleef ook daarom on-Chinees aanvoelen omdat er geen lettergrepen mài, kè en fēng te vinden waren met een dusdanige betekenis dat je zou kunnen denken dat ze met zijn drietjes gezamenlijk tot de betekenis ‘microfoon’ komen. Gewoonlijk wordt màikèfēng geschreven alsof er ‘het graan overwint de wind’ staat. Tsja. Dan heb ik ook liever een ‘spreekbuis’.
Dit betekenisaspect is geen absolute voorwaarde (bij het succesvolle shālā is het ook niet gelukt: dat is opgebouwd uit de Chinese elementen ‘zand’ en ‘trekken’), maar het is wel een belangrijke factor. Het meeste succes hebben namelijk die leenwoorden die zich goed vermommen - die zich niet alleen gemakkelijk laten aanpassen aan de klank van het Chinees, maar die zich ook eenvoudig laten associëren met de betekenis die met de Chinese klanken gepaard gaat. Luójí (‘logica’) is een goed voorbeeld: luó betekent ‘gericht zoeken’ en jí ‘redigeren, ordenen’; dat komt in de buurt. Ook mooi gevonden is làngmàn (‘romantisch’, het Chinees binnengekomen via het Japans), dat bestaat uit twee elementen die allebei ‘vrij, ongeremd’ betekenen, wat in beide gevallen een afgeleide is van hun primaire betekenis, respectievelijk ‘golf’ en ‘overvloeien, onderdompelen’. Ongeremd overvloeien. Heel romantisch!
De olympische fakkel (detail).
Een prachtig voorbeeld (de goudenmedaillewinnaar, als je het mij vraagt) is hēikè. Het is een getrouwe klankomzetting van het Engelse hacker. En hēi betekent ‘zwart’ en kè betekent ‘gast’. We hebben hier te maken met een ‘zwarte gast’. Hij komt ongemerkt binnen en gaat vervolgens onmerkbaar op in zijn omgeving. Vreemde herkomst onherkenbaar. Dit is zó mooi dat ze over vijftig jaar zullen denken dat het oorspronkelijk een Chinees woord is en dat hacker geleend is.
Met dank aan Remy Cristini en Koos Kuiper
| |
De Spelen
De Olympische Spelen heten in het Chinees ‘Àoyùn’ of ‘Àoyùnhuì’, beide een verkorting van Àolínpíkè yùndònghuì. Dat Àolínpíkè is wel duidelijk; yùndònghuì bestaat uit yùndòng (‘beweging, sport’) en huì (‘bijeenkomst’). De meeste sporten op de Spelen zijn niet inheems. De Chinese namen van de sporten volgen het beschreven patroon: er zijn een aantal klankvertalingen (zoals pīngpāngqiú-‘pingpong’ -, zie het kader op de vorige bladzijde), maar meestal wordt de naam vertaald, of de sport of een attribuut uit de sport beschreven. Hier zijn wat voorbeelden van de verschillende strategieën die daarbij gevolgd worden (ook een paar niet-olympische sporten):
atletiek |
tiánjìng |
tián(‘field’), jìng (‘track’): ‘track and field’ maar dan andersom |
badminton |
yǚmáoqiú |
‘veer-/pluim-bal’ |
basketbal |
lánqiú |
letterlijke vertaling van ‘basket-bal’ |
biljarten |
táiqiú |
‘tafel-bal’ |
gewichtheffen |
jǚzhòng |
jǚ (‘optillen’), zhòng (‘zwaar’) |
handbal |
shǒuqiú |
letterlijke vertaling van ‘hand-bal’ |
hockey |
gǖgùnqiú |
‘kromme-stok-bal’ |
honkbal |
bàngqiú |
‘knuppel-bal’ |
marathon |
mǎlāsōngsài |
‘marathon-wedstrijd’ |
rugby |
gǎnlǎnqiú |
‘olijf-bal’ (naar de vorm van de rugbybal) (ook wel voor American football) |
softbal |
lěiqiú |
letterlijke vertaling van ‘baseball’! |
softbal |
lěiqiú |
letterlijke vertaling van ‘baseball’! |
tennis |
wǎngqiú |
‘net-bal’ |
voetbal |
zúqiú |
letterlijke vertaling van ‘voet-bal’ |
volleybal |
páiqiú |
via het Japans: ‘wegslaan-bal’ |
waterpolo |
shuǐqiú |
‘water-bal’ |
ijshockey |
bīngqiú |
‘ijs-bal’ |
|
|