Taaladviesdienst
Vraag en antwoord
Het aantal mensen die/dat
? ‘Het aantal mensen dat parttime werkt, neemt elk jaar toe.’ Moet het niet zijn: ‘Het aantal mensen die parttime werken’? Het zijn toch de ménsen die werken, niet het aantal?
! Uiteraard zijn het de mensen die parttime werken. Toch is ‘Het aantal mensen dat parttime werkt’ een goede constructie. Veel mensen vinden dit zelfs beter klinken dan ‘Het aantal mensen die parttime werken, neemt elk jaar toe.’ Dat komt waarschijnlijk doordat het aantal relatief belangrijk is voor de inhoud van de zin: het aantal is immers toegenomen, niet de mensen. Maar wat ook een rol speelt: doordat in de hoofdzin een enkelvoudig werkwoord staat (neemt toe), klinkt een enkelvoud in de bijzin (dat parttime werkt) beter dan een meervoud (die parttime werken).
Vergelijk ook zinnen als de volgende:
- | Het dozijn eieren die kapot waren gegaan, kon niet meer verkocht worden. |
- | Het dozijn eieren dat kapot was gegaan, kon niet meer verkocht worden. |
- | De groep scholieren die de politie aanvielen, werd gearresteerd. |
- | De groep scholieren die de politie aanviel, werd gearresteerd. |
De persoonsvorm van de hoofdzin is hier dus zonder meer enkelvoudig (kon, werd), omdat het onderwerp dat ook is (het dozijn eieren, de groep scholieren). Maar in de bijzin zijn er steeds twee mogelijkheden. In de zinnen over de scholieren kan een betekenisverschil worden opgemerkt (dat bij de zin over de parttime werkende mensen niet opgaat): met aanviel is het een groep die als geheel de politie aanviel, met aanvielen kunnen het ook de afzonderlijke groepsleden zijn die - al dan niet op eigen houtje - de politie aanvielen.