Noodklok over taalvaardigheid studenten
Het jaar was nog maar net begonnen toen de HBO-raad, de overkoepelende organisatie van hogescholen, de noodklok luidde. Voorzitter Doekle Terpstra maakte in zijn nieuwjaarstoespraak de resultaten bekend van de taaltoets die alle pabo-studenten het jaar ervoor hadden moeten maken. Maar liefst 68% van de studenten was daarvoor gezakt, en dat terwijl het niveau van de toets ‘iets hoger dan het eindniveau van de basisschool’ lag. Hoe het op andere hogescholen zat, was niet precies bekend, maar volgens Terpstra moesten we ‘niet de illusie hebben dat het probleem alleen bestaat onder pabo-studenten’.
Docenten klagen al jarenlang dat de lessen Nederlands op de middelbare school zich tegenwoordig te veel richten op bijvoorbeeld presentatievaardigheden en te weinig op traditionelere onderdelen als spelling en grammatica. Het rapport van de HBO-raad werd onder docenten dan ook met grote instemming ontvangen: zij zagen hun mening eindelijk bevestigd in harde cijfers.
Toch was er ook kritiek op de toets, of om precies te zijn: op de voorbeeldopgaven die toetsontwikkelaar Cito op internet had gezet. Sommige van die vragen waren behoorlijk pittig. Moet iemand met een ‘iets hoger niveau dan de basisschool’ inderdaad weten hoe het woord destructief wordt afgebroken? En kan zo iemand echt de woordsoort als benoemen in de zin ‘Als je mijn geheimen doorvertelt, neem ik je dat zeer kwalijk’? Een evaluatierapport van twee deskundigen is er duidelijk over: ‘Wij zouden niet graag de stelling verdedigen dat het hier nog basisgrammatica betreft.’
De toets is inmiddels aangepast: vragen over afbrekingen (des-tructief) en over spellingregelkennis (‘Wordt de officiële naam van een feestdag met een grote of een kleine letter geschreven?’) zijn vervallen. En wat de andere onderdelen betreft: de toets is volgens Cito nog altijd in ontwikkeling, dus mogelijk worden die later nog aangepast.
Illustratie: Hein de Kort
Wat verder het nogal hoge niveau van de opgaven verklaart, is dat de toets - anders dan de HBO-raad begin 2007 meldde, en wat door de media werd overgenomen - niet gericht is op brugklasniveau, maar op het niveau van 4-havo: het niveau dat pabodocenten van hun eerstejaarsstudenten verwachten.
Maar al met al blijven de cijfers onthutsend. De HBO-raad stelde daarom meteen voor een tussenjaar in te voeren om zwakke studenten bij te spijkeren voordat ze aan hun studie beginnen. Wat is er met dat voorstel gebeurd? Paul Helbing, woordvoerder van de HBO-raad: ‘Dat is acuut van tafel geveegd door het ministerie van Onderwijs, net als eigenlijk alle andere mogelijke oplossingen voor dit probleem die dit jaar aangedragen zijn. [Zie ook de “Tamtam”-aflevering van vorige maand - red.] We vinden elke andere oplossing die beter is dan de onze prima. Het maakt ons niet uit wat het ministerie doet, áls er maar iets gebeurt.’
Momenteel onderzoekt de HBO-raad de taalvaardigheden van allerlei hbo-studenten, dus ook die van niet-pabo-studenten. De resultaten worden waarschijnlijk eind december bekendgemaakt.