Iktionaire
Zielig en pittig
Talen beïnvloeden elkaar en dat kan op verschillende manieren gaan. Er worden woorden geruild, wij geven apartheid, we krijgen weekend, je hebt ‘translaties’, doelbewuste letterlijke vertalingen uit het Engels, zoals brekend nieuws en bij de weg, waarbij dus een idiomatisch idee wordt geïmiteerd - maar zou er ook beïnvloeding bestaan waarbij de onvertaalbaarheid een rol speelt?
Bij ons in huis wordt het woord zielig de laatste tijd steeds vaker gebruikt in de betekenis ‘tragisch, pathetisch’, valt me op. Het komt van onze dochter. Zo gebruikte ik dat woord vroeger niet, dat weet ik zeker. Zielig was: meelijwekkend, écht zielig, als het ware. De zielige kindjes in Afrika, een zielig mevrouwtje. Kleuter laat ijsje vallen.
‘Ach, zíélig!’
Dit nieuwe zielig is veel cynischer. Belachelijk, bedoelen we, niet serieus te nemen, gênant, stompzinnig, idioot, potsierlijk. De intonatie is ook iets anders, al valt moeilijk onder woorden te brengen hoe precies. De toonhoogte van de eerste lettergreep is gedaald, waardoor dat empathische van het oude zielig eruit is, en de tweede eindigt juist iets hoger, alsof er een heel klein vraagtekentje achter hangt. Het is zielig zonder dat het wordt gevolgd door voor.
Als ze in de tv-serie Friends iets ‘pathetic’ noemen, en dat gebeurt aan de lopende band, bedoelen ze belachelijk, potsierlijk, enfin, het rijtje van hierboven, maar in de ondertitels houden ze het op zielig. Misschien vinden ondertitelaars pathetisch te moeilijk, en dat ís het ook niet helemaal, dat valt moeilijk te ontkennen - ons pathetisch is groter, dramatischer, tragischer - maar zielig zit er naar mijn idee ook een beetje naast. Ze bedoelen: ‘zo idioot (belachelijk, etc.) dat het zielig wordt.’ Kortweg: zielig.
Zo kan het gebruik van woord A in taal X dus de betekenis van woord B in taal Y beïnvloeden. Althans, als dat nieuwe zielig inderdaad voortkomt uit de tv-vertaling van pathetic. Wat ik niet kan bewijzen. Maar dat hoeft gelukkig ook niet.
Over nieuwe betekenissen gesproken. Let eens op het woord pittig. ‘Scenarioschrijven is pittig’, schreef Trouw onlangs. ‘Moeilijk’, bedoelden ze. Zo ontstaan betekenisverschuivingen. In een context van moeilijk (zwaar, lastig, gecompliceerd, ingewikkeld) gebruikt iemand op een gegeven moment het adjectief pittig.
‘Economie was moeilijk.’
‘Ja, maar Frans was écht niet te doen.’
‘Nou, het mondeling aardrijkskunde was ook best pittig hoor.’
Als pittig lang genoeg met moeilijk is omgegaan om erdoor besmeurd te zijn, mag het er alleen op uit. Zomaar boem in de lead van een krantenartikel is misschien een tikje overmoedig, ik moest éven nadenken, maar anderzijds, al vrij snel begreep ik dat pittig hier optrad in zijn nieuwe rol als synoniem van moeilijk.
Maar pittig heeft meer ideeën. Het programma Idols is terug en deze keer is de jury versterkt met Gordon. Dit, zo liet de RTL-leiding weten, om het programma ‘pittiger’ te maken. Moeilijker? Néé - moeilijker te verteren, moeilijker te verdragen, moeilijker aan te zien zonder naar een land te willen emigreren waar de Astra-satelliet niet bij kan, dát is wat hier met pittig wordt bedoeld. Want dat is pittig tegenwoordig ook: het nieuwe eufemisme voor ‘platvloers’.
Dat is zielig. Voor pittig.
Jan Kuitenbrouwer