| |
| |
| |
[Nummer 12]
| |
De redactieburelen van GeenStijl
Foto: Marco Hofsté
| |
| |
| |
‘Ongezien de tiefus’
De taal van ‘shocklog’ GeenStijl
Ton den Boon
In de wereld van de website GeenStijl heet een pedofiel een ‘kleuterneuqer’, bezoekers van de site zijn ‘reaguurders’ en iemand die is gestorven, is ‘gestopt met roken’. Die baldadige toon van GeenStijl slaat aan. Je vindt die op steeds meer plaatsen op internet, en zelfs daarbuiten rukt hij op. Wat maakt die opzwepende taal van GeenStijl zo populair?
Dagblad Trouw publiceerde in november 2006 een bericht over enkele scholieren die zich hadden uitgesproken tegen de terrorismecampagne van de overheid. De scholieren vonden dat de kans op een aanslag werd overdreven door politici en de media. Niet veel later verscheen er elders op het internet een stukje van iemand die zich ‘LucasDeLinksel*l' noemt. Zijn interpretatie van het bericht: “Joehoe sgoliertjes, doet eens bang worden voor terroristen. De overheid heeft namelijk bakken met geld, bloed, zweet en tranen geïnvesteerd in een gigantische angstcampagne.”
Deze LucasDeLinksel*l publiceerde zijn stuk op GeenStijl, de website die ‘nieuwsfeiten, schandelijke onthullingen en journalistiek onderzoek’ afwisselt ‘met luchtige onderwerpen en prettig gestoorde onzin’, zoals het op de site heet. Het is een formule die aanslaat. De website trekt 75.000 bezoekers per dag en staat in de top-10 van bestbezochte actualiteitensites van Nederland. Om een idee te krijgen: het bericht van LucasDeLinksel*l lokte maar liefst 232 reacties uit; dat van Trouw slechts 49.
| |
■ Vooroordelen
De redactie van GeenStijl publiceert iedere dag een paar berichten als die van LucasDeLinksel*l, een van de schuilnamen waaronder journalist Bert Brussen publiceert. Vooral onderwerpen die maatschappelijk nogal wat stof doen opwaaien zijn populair. Zo wordt er vaak geschreven over religieus extremisme, het gedrag van kansarme jongeren, het optreden van de overheid (de ‘pliesie’) bij verkeersovertredingen, zedendelicten en andere vormen van criminaliteit.
| |
| |
De teksten op het weblog vormen een wilde mix van genres en stijlen. Soms is er nauwelijks verschil met nieuwssites als Nu.nl of de websites van de landelijke dagbladen; dat is bijvoorbeeld zo bij een GeenStijl-bericht als:
Moslims in Groot-Brittannië zijn een campagne begonnen tegen reclameborden waarop in hun ogen te veel bloot is te zien. In buurten waar veel moslims wonen, scheuren islamitische activisten posters met schaars geklede vrouwen van de borden of worden de blote lichaamsdelen en gezichten beklad, zo meldt The Times.
(22 januari 2005)
Maar het weblog dankt zijn grote bekendheid, of voor sommigen: beruchtheid, vooral aan dat andere soort berichten: de gekleurde teksten vol absurditeit, ironie en sarcasme, die vooroordeelbevestigend zijn en soms zelfs ronduit rellerig en tendentieus. Bij die opzwepende teksten, die tegelijkertijd geliefd en gehaat zijn, hoort een heel eigen taal: de taal van het ‘shocklog’, die momenteel het internet lijkt te veroveren.
| |
■ Grof
De meeste GeenStijl-woorden en -uitdrukkingen zijn nogal grof. Sommige woorden zijn regelrechte dysfemismen (vergrovingen), zoals kapottrekken voor ‘neuken’ en kleuterneuker (of kleuterneuqer) voor ‘pedo’. Weer andere zijn juist eufemistisch (verzachtend), zoals kaalkopje (‘skinhead’) en fin, in april 2006 door de GeenStijl-redactie geïntroduceerd voor allochtonen van Noord-Afrikaanse herkomst, in reactie op het door de redactie gelaakte gebruik van scheldwoorden als rifratten.
De woorden worden veelal door de GeenStijl-redactie geïntroduceerd en vervolgens door de ‘reaguurders’ overgenomen. Reaguurders zijn de geregistreerde bezoekers die uitdrukkelijk worden uitgenodigd te reageren (‘Roept u maar!’) en daar ook massaal gehoor aan geven. Hun teksten lopen overigens het risico ‘weggejorist’ te worden: ‘Joris von Loghausen’ is de moderator van de site, die - met zijn ‘hulpklazen’ - alle reacties beoordeelt en die waar nodig aanpast of zelfs verwijdert. Hoewel GeenStijl de naam heeft dat alles mag en kan, zijn de bijdragen dus wel degelijk aan ‘huisregels’ gebonden. Zo is het op GeenStijl niet meer toegestaan iemand een ‘virtueel neqschot’ toe te wensen: ‘Wie meent dat dit soort kinderlijk gedrag moet worden opgevat als geintje, zit er (...) goed naast’, schrijft de redactie, die daaraan toevoegt: ‘Stijlloze reacties blijven welkom, maar wij distantiëren ons van bedreigingen, dan wel racistische uitlatingen.’
Andere karakteristieke woorden en uitdrukkingen uit de GeenStijl-berichten zijn bijvoorbeeld:
020-Gaza ‘Amsterdam-West’
0031 ‘Nederlands’
fappen ‘masturberen’
ga eens dood! platte verwensing
hakbar ‘fundamentalistische moslim’
(krijg) ongezien de tiefus platte verwensing
lutser ‘mislukkeling’ (samentrekking van loser en prutser)
plofkip ‘zelfmoordterroriste’
stoppen met roken ‘doodgaan’
struikrovers ‘fitsteam’
De eau-spelling van woorden als heaumeau (‘homo’) kan bedoeld zijn om een ‘Haagse’, platte uitspraak te imiteren: ‘hoowmoow’.
Vaak is het wel duidelijk waar de GeenStijlers hun inspiratie vandaan gehaald hebben. Fappen bijvoorbeeld geeft een geluid weer: ‘fap fap fap’, wat al langer bekend is uit strips en animaties. Hakbar (‘fundamentalistische moslim’) is een verbastering van Allah akbar (‘Allah is de grootste’), een uitdrukking die naar verluidt ook gebezigd wordt door moslimextremisten die zich opblazen.
| |
GeenStijl
GeenStijl is in 2003 opgericht als weblog (een soort internetdagboek) van Telegraaf-verslaggevers Romke Spierdijk en Dominique Weesie. In april 2004 kondigde de redactie van het toen één jaar oude, maar al zeer populaire weblog aan genoeg te hebben van de reacties van hun lezers, die nogal eens ontaardden in ordinaire scheldpartijen en racistische commentaren. Onder de kop ‘GeenStijl stopt ermee’ meldde de redactie - geheel in stijl - met het nepbericht (oftewel ‘hoax’) dat een van hun webloggers ‘door onbekenden’ in elkaar was geslagen en dat dit de reden was om er per direct mee te stoppen.
Een paar maanden later maakte GeenStijl de doorstart bekend. Onder de titel ‘Der Kampf geht weiter’ kondigde de redactie in augustus 2004 aan journalistieker te zullen worden: ‘Kwaliteit wordt het toverwoord.’ En vanaf dat moment verschenen er inderdaad ook wel berichten met een wat objectievere toon, en werden de bijdragen beter gefilterd. Sinds maart 2006 is GeenStijl voor 40% in handen van uitgeverij De Telegraaf.
Het weblog is geregeld in opspraak. Zo publiceerde GeenStijl begin dit jaar een nepbericht over de dood van Felix Meurders (die zich de dag ervoor kritisch had uitgelaten over GeenStijl in zijn tv-programma De leugen regeert) en zette het twee maanden later een filmpje online waarop een dodelijke steekpartij te zien was.
| |
■ Geytenneuqer
Ook wat spelling betreft heeft GeenStijl zich duidelijk door anderen laten inspireren. Zo imiteert de herhaalde r aan het eind van woorden (bierrr, hierrr, hoerrr, klaarrr) de manier waarop studenten deze woorden wel uitspreken. En een spelling als sgolier, gebruikt voor (domme) leerlingen, is terug te voeren op de zogeheten breezertaal: door jongeren gebruikte, sterk fonetische spelling. Weer andere woorden lijken een nabootsing te zijn van ongevraagde internetadverteerders die met omdraaiingen van letters (vaigra, pesin) de spamfilters proberen te misleiden. Op GeenStijl wordt poep bijvoorbeeld peop.
En hoe zit dat met woorden als heaumeau (‘homo’), mongeaul (‘mongool’), geytenneuqer (‘geitenneuker’, ‘moslim’), kudt (‘kut’), geyl (‘geil’) en het eerder genoemde neqschot (‘nekschot’)? Is dat om mogelijke taboewoorden een exotische, chique spelling te geven, zodat ze wat afgezwakt worden? Wellicht, maar misschien ook is het tegengestelde waar. De eau-spelling kan juist bedoeld zijn om een ‘Haagse’, platte uitspraak te imiteren: ‘hoowmoow’. Ook woorden als zeau, feauteau en beaut worden tenslotte met eau geschreven - niet bepaald taboewoorden dus. Wie heau-
| |
| |
GeenStijl gebruikt vaak taal die typerend is voor kinderen.‘Word eens wakker’ wordt dan ‘doe eens wakker worden’.
meaus schrijft, lijkt niet alleen de mensen in kwestie op de hak te nemen, maar ook de mensen die op een platte, vulgaire wijze over hen spreken. Het is een vorm van ironie die verwant is met die van Gerard Reve, die bijvoorbeeld homo's wel met het ouderwetse en bovendien archaïsch gespelde woord ‘homophiel’ aanduidde.
| |
■ Malle Pietje
Ook mateloos populair op GeenStijl zijn met opzet aangebrachte taalfouten. Dat kan variëren van bekende contaminaties als duur kosten tot overduidelijke fouten tegen de d/t-regels: ‘hij stont voor me bij nachtwinkel’. Eveneens geliefd is het toevoegen van de t of d aan persoonsaanduidende woorden: dealert, krakert, Surinamert. Het resulteert in een taaltje dat enigszins herinnert aan de taal van Malle Pietje en Swiebertje.
Dat volkse gaat vaak vergezeld van taal die normaal gesproken typerend is voor kinderen. Politie wordt bij GeenStijl al snel ‘pliesie’, en ‘word eens wakker’ wordt ‘doe eens wakker worden’:
- | Joehoe Geert, doe eens wakker worden daar in kamp Zeist. Tijd voor Kamervragen. Want het zojuist beëdigde Tweede-Kamerlid Khadija Arib (PvdA) blijkt een belangrijk adviseur te zijn van de koning van Marokko.
(3 maart 2007) |
- | Klaas de Vries doet dikke boehoe
(4 oktober 2006) |
- | Noord-Korea doet boem
(9 oktober 2006) |
| |
■ Allochtoons
Zodra het over Turken of Marokkanen gaat, worden de berichten ook opeens in ‘het allochtoons’ geschreven, waarbij vooral is wordt vervangen door ‘ies’. Boven een bericht over een Turks raadslid in Oss zette de redactie van GeenStijl bijvoorbeeld: ‘Politiek in Oss ies niet saai’. En over Winnie de Poeh, die van de Turkse televisie afgehaald is:
De Turkse StaatsTelevisie heeft vandaag Winnie de Poeh de keel doorgesneden. Want Winnie ies niet 100% halal. Winnie is een varkensvriend, een biggenliefhebber. Winnie, ga eens dooood jij vuile karbonadekameraad. Beetje matties worden met die gore Knorretje.
(17 juni 2006)
Soms wordt dat allochtoons tot in de puntjes uitgewerkt:
Grote nieuws van vandaag ies natoerlijk dat VMBO scholieren taal niet behersen. Kienderen heb grotte moeite met begraipen van Nedderlands taal. Stont vandaag in Trouw (ies krant).
(3 oktober 2007)
Zodra het over jongeren uit Suriname gaat, verschijnen er onherroepelijk bekende Srananwoorden in de teksten, zoals mattie (‘vriend’), sma (‘meisje’), en anders wel woorden uit de subcultuur: disrespecten en R.E.S.P.E.C.T.
Illustie: Matthijs Sluiter
Doblootjes (domme blondjes dus) heten op GeenStijl standaard ‘breezers’, maar dan wel in de breezertaalspelling, met grote en kleine letters door elkaar: ‘Gaat goed met Britney Spears. Ze wil afrekenen met haar BrEeZah-verleden, wilde haren verliezen enzo...’
| |
■ Belachelijk
Het blijft bij GeenStijl niet bij het belachelijk maken van groepen mensen. Eigenlijk verandert de hele wereld - in de traditie van de satirische journalistiek - bij GeenStijl in een karikatuur. Sommige dingen worden uitvergroot:
Dat EU-referundum gaat NIET door. Koninklijk Huis krijgt er geld bij. De burger moet inleveren. En Hirsi Ali kan doodvallen. Welkom in de linkschristelijke dictatoriale monarchie die Nederland heet.
(12 oktober 2007)
Of juist verkleind:
Het ventje Ehsan Jami (geboortejaar 1985) werkt aan een film die volgens eigen zeggen de Deense cartoonrellen zal doen verbleken.
(4 oktober 2007)
Hier wordt een stevig contrast gecreëerd tussen gebagatelliseerde persoon (‘ventje’, ‘geboortejaar 1985’) en diens claim (‘cartoonrellen zal doen verbleken’).
Maar waar het bijna altijd op neer- | |
| |
komt bij GeenStijl, is overdrijving. Onder meer ook dankzij de woordkeus (heel de, de complete) wordt vaak een overtrokken beeld neergezet van een bepaalde toestand.
- | Songfestival is schuld van alles
(22 mei 2006) |
- | Wil je dood? Koop een brommobiel
(5 januari 2007) |
- | De Nieuwe Miss Teen USA 2007 is gisternacht gekroond! Het ultieme Amerikaanse meisje. De toekomst van de wereld. Hét voorbeeld voor bakvissen wereldwijd. Het beste wat de USA aan genetisch übermateriaal te bieden heeft aan ons achterlijke rest-van-dewereldbevolking.
(25 augustus 2007) |
- | Heel de media dook erop en schreeuwde moord en brand. Niemand die ook maar op het idee kwam eens een belletje te doen met Teheran zelf.
(31 juli 2005, over de onjuiste berichtgeving van andere media over de executie van Iraanse homo's) |
Als anderen een overdreven voorstelling van zaken geven, doet GeenStijl er graag een schepje bovenop. Zo begint een bericht over een spotje van energiereus Nuon met de woorden:
Wat een afgrijselijk verschrikkelijk hemeltergend irritante paniekreclame heeft elektriekenboer Nuon op de buis gebracht. Strekking van het verhaal? Indien u niet drie weken op het dak van uw ondergelopen arbeiderswoning wilt doorbrengen kunt u maar beter rap stroom van Nuon aanschaffen. De dijken staan door global warming namelijk op het punt door te breken en alleen de klimaatneutrale elektriciteit van Nuon zal ons voor een nieuwe watersnoodramp behoeden.
(16 augustus 2007)
| |
■ Verontwaardiging
De karikaturen, het sarcasme en de beladen woordkeuze lijken vooral bedoeld om de verontwaardiging van de reaguurders te voeden. Neem nu het bericht ‘En daar gaat weer een ton belastinggeld’:
Het establishment viert vanmiddag weer zijn jaarlijkse feestje op de Dam. Hoofdgast is Mahmoud Darwish. Deze zeer omstreden Palestijnse dichter zal onder toeziend oog van de koninklijke familie de Prins Claus Prijs krijgen overhandigd. Diezelfde prijs werd een paar jaar terug nog toegekend aan Al Jazeera, dat er sindsdien prat op gaat hofleverancier te zijn van onthoofdingfilmpjes en videoboodschappen van Bin Laden.
(1 december 2004)
De openingspagina van weblog GeenStijl op 6 november 2007.
‘Het is verdulleme toch een grof schandaal’, zo lijkt de beoogde standaardreactie van de lezer te zijn.
En wat te denken van het stukje ‘Messentrekken is weer helemaal in’:
Het gaat lekker in Nederland vlak voor Kerstmis. Zo is zojuist in Ommen weer iemand neergestoken. Een kind welteverstaan. De politie heeft kort na het voorval de vermoedelijke dader aangehouden. Het kind werd zonder opgaaf van reden in de nek geprikt.
(20 december 2004).
Met het sarcasme (‘het gaat lekker’), de overdrijving (‘weer iemand neergestoken’) en het understatement (‘in de nek geprikt’) worden onderbuikgevoelens weergegeven en in stand gehouden.
Maar die typische GeenStijl-taal heeft nóg een bedoeling. Voor de nieuwe bezoeker kan de site met al zijn raar gespelde woorden en sarcasme nogal ondoordringbaar overkomen. Het zal even duren voordat je bijvoorbeeld doorhebt wanneer het de redactie ernst is en wanneer juist ergens de spot mee wordt gedreven. Maar zodra de bezoeker zich de taal van GeenStijl heeft eigen gemaakt, heeft hij onherroepelijk het idee erbij te horen. Het jargon benadrukt dat redacteuren en lezers samen een community, een gemeenschap, vormen waarvan de leden zich in een eigen groepstaal met elkaar verstaan.
| |
■ Woordenboek
Doordat die groep reaguurders zo omvangrijk is en ook actief is op andere websites, verspreidt de taal van GeenStijl zich meer en meer over het internet. Iemand krijgt op de uitgaanssite www.partyflock.nl bijvoorbeeld de verwensing ‘krijg maar lekker ongezien de tyfus met die beesten van je’ naar zijn hoofd en op de poëzienieuwssite www.decontrabas.com vindt iemand dat als de paus ‘vecht met de hakbars, dan moeten die hakbars niet zo gevoelig doen, maar ingaan op wat de Heilige Vader zegt’. En zelfs in andere media kom je woorden of formuleringen tegen die voorheen waren voorbehouden aan GeenStijl. Zo reageert een Telegraaf-lezer op het bericht dat kandidaatminister Cramer ‘diesel in de ban’ zou willen doen met de opmerking: ‘Minister, ga koken, maar dat zal je ook wel niet kunnen’ (17-2-2007). Het jargon dringt zelfs door op de sites van de Volkskrant en NRC Handelsblad.
Sommige woorden (zoals hakbar, lutser en fappen) zijn inmiddels al zó algemeen dat ze verschenen op cd-roms met aanvullingen op de grote Van Dale (via het Van Dale jaarboek taal 2007 en 2008). Het valt te verwachten - of zo men wil: te vrezen - dat er nog vele zullen volgen.
|
|