Ewoud Sanders
Wat betekent Mokum? Als dit een quiz was, kon u nu door naar de volgende ronde, want iedereen weet wat Mokum betekent. Mokum is de bijnaam van Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, de stad van Ajax, de Wallen en de coffeeshops die geen koffie schenken.
Maar klopt het wel dat Mokum een synoniem is voor ‘Amsterdam’? Ja, nu wel, maar dat wás niet zo. Mokum is een Bargoens woord, een woord uit de dieventaal. Het gaat terug op het Jiddische mokem, dat ‘stad’ betekent. Op die manier werd het ook in het Bargoens gebruikt, voor ‘stad’ in het algemeen, dus niet specifiek voor de stad die sommige Rotterdammers aanduiden als ‘020’, om het vermaledijde A-woord te vermijden.
Als je in oude Bargoense woordenboeken en woordverzamelingen kijkt, zie je dat Mokum, in combinatie met een of meer andere woorden, voor allerlei plaatsen werd gebruikt, in binnenen buitenland. Zo is er een flinke lijst te vinden in De gabbertaal, een Bargoens woordenboekje op zakformaat dat in 1937 werd samengesteld door E.G. van Bolhuis. Verspreid over dit boekje vind je de volgende ‘Mokums’:
Glockmokum (Bazel)
Groot-Mokum (Amsterdam)
Häringmokum (Hildesheim)
Klein-Mokum (Rotterdam; ook voor Zwolle)
Knackmokum (Brunswijk)
Majem Mokum Dollet (Dordrecht)
Miau of Lerwisch Mokum (Mainz)
Mokum Aije (Alkmaar)
Mokum Baddik (Keulen)
Mokum Beisz (Berlijn)
Mokum Dollet (Delft)
Mokum Gas (Gouda)
Mokum Godel Haj (Hamburg)
Mokum Grauw (Groningen)
Mokum Haij of Heif (Den Haag)
Mokum Jaar (Arnhem)
Mokum Jelk (Bremen)
Mokum Kaf ('s-Hertogenbosch)
Mokum Lammert (Leiden)
Mokum Medina (Augsburg)
Mokum Ol(le)f (Amsterdam)
Mokum Reis (Rotterdam)
Mokum Sooijen (Haarlem)
Johnny Jordaan, Mokumer pur sang.
Foto: Onze Taal
Van Bolhuis verzamelde zijn materiaal grotendeels in cafés in Amsterdam. Het is de vraag of hij het allemaal even goed heeft gehoord, dan wel of zijn informanten allemaal even deskundig waren. Zeker is dat Mokum in het Jiddisch en Bargoens vaak werd gecombineerd met de eerste letter van een plaatsnaam. Amsterdam werd bijvoorbeeld Mokum Alf of Ol(le)f genoemd omdat Alf, dat ook wordt uitgesproken als ‘Ol(le)f’, de Jiddische aanduiding is voor de letter a.
Dollet is het Jiddische woord voor de letter d, vandaar Mokum Dollet voor ‘Delft’, maar dit zou dus ook kunnen staan voor een andere plaats die begint met een d. Fraai in het lijstje van Van Bolhuis is Majem Mokum Dollet voor ‘Dordrecht’. Dit kun je vertalen als ‘water + stad + d’. Amsterdam werd ook wel Godel (Jiddisch voor ‘groot’) Mokum genoemd, dan wel Groot-Mokum. En ‘010’, de tweede grote stad van Nederland, luisterde naar de bijnaam Klein-Mokum, een bijnaam die zonder twijfel niet door de Rotterdammers zelf werd gebruikt.
Sinds wanneer wordt Mokum niet meer voor ‘stad’ in het algemeen gebruikt, maar alleen voor de hoofdstad van Nederland? En sinds wanneer kennen wij Mokums voor ‘Amsterdams’ en Mokumer voor ‘Amsterdammer’?
Mokum in de betekenis ‘stad’ is in 1731 opgetekend, in een van de oudste Bargoense woordenlijsten. Je zou misschien denken dat Mokumer voor ‘Amsterdammer’ dateert uit de tweede helft van de twintigste eeuw, toen Amsterdammers en het plat-Amsterdams de toon zetten in het cabaret en in verschillende populaire radioprogramma's. Maar dat klopt niet. Mokumer voor ‘Amsterdammer’ is al in 1906 opgetekend, in een Bargoens woordenboekje van de Amsterdamse politiecommissaris W.L.H. Köster Henke. Mokums voor ‘Amsterdams’ is in 1929 voor het eerst aangetroffen, in het dagblad Het Vaderland. Vanaf het begin van de jaren veertig zien we het in romans opduiken - in boeken van onder meer Jan Mens, Nono, Maurits Dekker en Simon Carmiggelt (‘die andere vertonen de ongegeneerdheid van Mokumse beroepskampeerders’).
Wat vervolgens zeker zal hebben geholpen om Mokum bij het grote publiek te vereenzelvigen met die ene stad Amsterdam, is ‘Geef mij maar Amsterdam’ van Johnny Jordaan. Dit lied dateert uit 1955 en Jordaan had er een enorme hit mee - ook nu is het nog geregeld op de radio te horen.
Alle quizdeelnemers weten wat Mokum in het hedendaagse Nederlands betekent, en vrijwel alle deelnemers zullen dit refrein mee kunnen zingen, op weg naar de volgende ronde:
Geef mij maar Amsterdam, dat is mooier dan Parijs
Geef mij maar Amsterdam, m'n Mokums paradijs
Geef mij maar Amsterdam met z'n Amstel en het IJ
Want in Mokum ben ik rijk en gelukkig tegelijk
Geef mij maar Amsterdam