Zeker en vast
Jan Bosmans - wetenschappelijk auteur, Antwerpen
Veel Nederlanders kunnen een glimlach niet onderdrukken wanneer een Vlaming de uitdrukking zeker en vast bezigt. Het heeft iets vertederends, die andere manier om vast en zeker te zeggen. Tot voor kort ging ik er zoals de meeste Nederlandse taalgebruikers van uit dat deze varianten uitwisselbaar zijn. Het valt mij echter steeds vaker op dat er een subtiel betekenisverschil bestaat. Eigenlijk ligt dat ook voor de hand: zeker en vast is een versterkt zeker, vast en zeker een versterkt vast. Je kunt tegen een kind zeggen: ‘Je bent vast en zeker erg zoet geweest bij oma?’ Zeker en vast is in een dergelijke zin niet mogelijk. Wanneer de Belgische (sinds kort ex-) tennisster Kim Clijsters stelt dat ze ‘zeker en vast in topconditie’ is, laat ze geen ruimte voor twijfel.