| |
| |
| |
Taalergernissen
Hoort of ziet u taalverschijnselen die u lelijk, verwerpelijk, leuk, nieuw of anderszins opmerkelijk vindt? Laat het ons dan weten. Liefst per e-mail (redactie@onzetaal.nl, met vermelding van uw adres) of anders per reguliere post (Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag).
| |
Bekend met
J. Schepel - Rotterdam
Recentelijk werd mij bij medische onderzoeken enkele malen gevraagd of ik ‘bekend was’ met een bepaalde ziekte. Niet-begrijpend zei ik de eerste keer dat ik wel wist wat de bewuste ziekte ongeveer inhield. Maar men bleek te bedoelen of ik eraan leed. Nu de vraag in dezelfde betekenis door andere medici werd herhaald, meen ik te moeten constateren dat zich hier een merkwaardig en verwarrend (medisch) taalgebruik aan het ontwikkelen is.
Ik ben het inmiddels zelfs al tegengekomen in een artikel in NRC Handelsblad. Een laboratoriumarts zegt daarin dat de betrouwbaarheid van medische controles mede afhangt van het feit of ‘je bekend bent met suikerziekte of alcoholgebruik’. Mijn ergernis is niet al te groot, maar verwarrend voor de leek is het wel.
| |
Geen genoeg
B. van Geelen - Deventer
Waarom schrijven twee NRC-medewerkers in hun respectieve boekbesprekingen in de krant van 19 januari ‘geen genoeg’ in plaats van de correcte formulering niet genoeg? Genoeg is een telwoord, vergelijkbaar met veel, en dus moet er in de ontkenning niet voor. Geen gebruiken we om een zelfstandig naamwoord te ontkennen (zoals diepte in ‘Zij kan geen diepte zien’). Het is helaas een meer gemaakte fout, die onze taal niet siert.
| |
Plaatsvinden en plaatshebben
William Rothuizen - Amsterdam
Waarom nemen steeds meer taalgebruikers hun toevlucht tot plaatsvinden en plaatshebben? Is het alleen maar modieus, is het gemakzucht of komt het voort uit de behoefte gewichtig te klinken? Hoe dan ook, aberraties liggen op de loer. Neem de woordvoerder van een bedrijf die de opwinding over een gemaakte fout probeerde te sussen met de verklaring: ‘Hier heeft een vorm van miscommunicatie plaatsgevonden.’ Een politiecommissaris sprak de vrees uit dat er ‘een nacht vol onrust zal plaatsvinden’. Ook interessant was de verontwaardigde huurder in Amsterdam-Noord, die zijn tv-interviewer liet weten: ‘Hier heeft twintig jaar achterstallig onderhoud plaatsgevonden.’
| |
Abortus plegen
A. van Herk - Utrecht
In het aprilnummer zette Puck Kooij uiteen waarom zij zich geweldig stoort aan het woord zelfmoord voor zelfdoding of suïcide. Voor mij een herkenbare ergernis, die ik ook voel bij het steevast gebruikte werkwoord plegen als het gaat om euthanasie of abortus. Plegen roept een associatie op met misdaad. Een verwerpelijk etiket! Waarom niet het neutrale toepassen gebruikt?
‘Genootschap, doe er wat aan!’
| |
Digibeet
Harry Kemperman - Roosendaal
Al enkele jaren erger ik mij aan woorden als digibeet (dat inmiddels in het Groene Boekje een min of meer offciële status heeft gekregen!) en concullega. Die samentrekkingen van digitale analfabeet, en van concurrent en collega zijn niet alleen lelijk en gekunsteld, maar ook gaat in de samentrekkingen het meest wezenlijke deel van het tweede woord verloren: het ‘ontkennende’ a(n) van analfabeet, respectievelijk het co(l) (van con = ‘samen met’) van collega. Ongetwijfeld zijn er veel meer voorbeelden van dit soort taalkundige griffioenen en centauren.
| |
Georganiseerd of gehouden?
Cor Nelisse - Rotterdam
Steeds vaker wordt geschreven dat er op een bepaalde dag een bijeenkomst wordt ‘georganiseerd’, hoewel toch duidelijk wordt bedoeld dat die dan ‘gehouden’ zal worden. Zelfs in Taalpost (de elektronische nieuwsbrief van nota bene Onze Taal en Van Dale) kom ik het geregeld tegen, bijvoorbeeld in de aflevering van 7 maart jl. Daar lees ik: ‘Om dat te vieren organiseert de Limburgse stichting LiLiLi op zondag 18 maart een literaire middag (...).’ J.L. Heldring placht in zijn taalcolumn in NRC Handelsblad in zulke gevallen de vraag te stellen: ‘Maar wanneer wordt de bijeenkomst dan gehóúden?’ Ik zeg het hem nog steeds geregeld na.
| |
Deskundige
Piet Glasbergen - Amsterdam
Marc van Oostendorp schrijft in het aprilnummer van Onze Taal over ‘berkenbastdeskundigen’. Je hoort ook al over ‘arbeidsdeskundigen’, ‘luchtvaartdeskundige’ en ‘Amerikadeskundigen’. Wat is het volgende? Bouwdeskundige, geneesdeskundige of wisdes- en natuurdeskundige? Dat des- hoort er toch niet in? Misschien ben ik nog niet deskundig genoeg? Ik ben tenslotte slechts verpleegdeskundige. Misschien kunnen we een taalhelpdesk om raad vragen? Daar zitten goede helpdeskundigen.
| |
Van de vorige eeuw
Dr. S.M. Haensel - Rotterdam
Als iemand iets wil beweren over bijvoorbeeld de jaren tachtig, dan hoor je daar de laatste jaren de onnodige en archaïsche toevoeging van de vorige eeuw bij. Daar erger ik me aan. Het lijkt me alleen zinnig om die toevoeging te gebruiken als er verwarring mogelijk is met de negentiende eeuw of eerder. Dit is echter zelden het geval.
| |
Donorgeregistreerd
Bart Gijswijt - Haarlem
Ik was nogal onaangenaam verrast door de slogan die gebruikt wordt in de nieuwe campagne van het nationaal gezondheidsinstituut NIGZ om orgaandonoren te werven: ‘Ik ben donorgeregistreerd. En jij?’
Donorgeregistreerd. Dat lijkt me een merkwaardige vervoeging van het toch al dubieuze werkwoord donorregistreren. Gedonorregisteerd zou ik - hoewel ook foeilelijk - beter vinden; vergelijk bijvoorbeeld gestofzuigd. Maar misschien moet ik me niet zo opwinden - straks heb ík nog een donorhart nodig!
Ik ben donorgeregistreerd
En jij?
| |
De media heeft
Renzo Verwer - Amsterdam
Op 10 maart jl.was prinses Mabel te gast in NOVA. Ze had een kritisch boekje over de media geschreven. Afwisselend had zij het over ‘de media heeft’ en ‘de media hebben’.
De klachten over enkelvoudig gebruik van media zijn al wat ouder, maar ik hoor het nu ook steeds meer in hoger opgeleide kringen. Ik zag het in een stuk van studenten aan de school voor journalistiek. Waar
| |
| |
het vandaan komt? Het heeft vast iets te maken met het beeld van de media als een grote moloch, met alle media over één kam scheren. En het is niet meer tegen te houden, vrees ik. Ik legde laatst een jonge, hoger opgeleide vrouw uit dat media meervoud is. Maar ze geloofde me niet. Dan houdt het op.
| |
Verslaglegging
M.E. Kruse - Apeldoorn
In het meinummer van Onze Taal wordt een leuk kijkje geboden in de keuken van onze plichtsgetrouwe proces-verbaalschrijvers. Volgens de auteur van het stuk is ‘verslaglegging bij een strafzaak bewijstechnisch van groot belang’. Bij het lezen van verslaglegging blijf ik haken; het is voor mij het allerergste woord.
Kranslegging, dat kan. Die krans wordt ergens gelegd, maar waar wordt het verslag gelegd? Het door mij verfoeide verslaglegging treft men vaker aan. Nu dus ook in Onze Taal.
| |
Remise
Erik B. Meijer - Enschede
Ik kom zeer regelmatig het woord remise tegen bij voetbalverslagen, als een ‘gelijkspel’ wordt bedoeld. Daar erger ik mij zeer aan! Remise heeft veel betekenissen, maar in de sportbijlage kan het alleen staan voor ‘onbeslist geëindigde schaak- of dampartij’. Een schaakwedstrijd tussen twee schaakteams kan in een ‘gelijkspel’ eindigen (bijvoorbeeld 5-5), terwijl een aantal van de gespeelde partijen in ‘remise’ is geëindigd.
| |
‘Autópsie’?
Frans Lisman - Velp
In het NOS Journaal van 15 februari 2004 werd bericht dat er na het overlijden van wielrenner Pantani nog ‘autópsie’ gepleegd moest worden. Die foute uitspraak werd herhaald op 30 november van dat jaar, bij het overlijden van de activist Munir. Steeds meer mensen zeggen sindsdien ook ‘autópsie’. Dat is irritant, want de goede uitspraak dreigt op die manier te verdwijnen.
Hoe zit het echt? Van Dale geeft 28 woorden op -psie. Ze komen uit het Grieks en hebben alle de klemtoon op die laatste lettergreep (‘autopsíé’, ‘biopsíé’, ‘epilepsíé’, enz.). Er zijn 124 woorden op -ptie, dat we ook als ‘psie’ uitspreken. Maar er is een groot verschil: die komen uit het Latijn en hebben alle de klemtoon op de voorlaatste lettergreep (‘adóptie’, ‘consúmptie’, ‘corrúptie’, ‘óptie’, ‘recéptie’, ‘scríptie’, enz.).
Samenvattend: vergeet dat Grieks en Latijn, maar onthoud: -psie krijgt wél de klemtoon en -ptie niet.
| |
Mens
Caroline de Widt - Meppen
In de mei-aflevering van ‘Vraag en antwoord’ schrijft de Taaladviesdienst dat het mens vaak slaat op ‘een onaardige vrouw’. Er is ook een positieve variant: ook ‘een enig mens’ kan alleen maar gezegd worden over een vrouw. Maar zou mens niet altijd ‘homo sapiens’ moeten kunnen betekenen, dus mannen én vrouwen?
Het woord kind is wel sekseneutraal. Zowel een vreselijk kind als een enig kind kan slaan op jongetjes én meisjes, dus waarom zou dat bij mens niet kunnen?
|
|