Antwoorden Taaltest (zie bladzijde 169)
A. Spelling
1. | c. cynicus |
2. | a. dahlia |
3. | c. kat-en-muisspel |
4. | b. privilegiëren |
5. | a. successtory |
6. | b. tatoeëren |
B. Woordenschat
1. | a. bacteriëngeslacht |
2. | c. plantengeslacht (vetplantachtige sierplant) |
3. | c. staatsbevoegdheden |
4. | b. plantengeslacht (gewone spurrie) |
C. Zoek de fouten
1. | Nigtevecht, recentelijk mag ook, raakten is eigentijdser dan geraakten, komma na (ge)raakten |
2. | licht toe, surveillerende, tevens ook is dubbelop, zondagsavonds bij voorkeur met tussen-s ('s zondagsavonds mag ook); nog beter: op zondagavonden |
D. Extra
De uitspraak ‘Ik ben konijn van Olland’ wordt toegeschreven aan Lodewijk Napoleon, koning van Holland van 1806 tot 1810. Deze Fransman wilde graag Nederlands leren; Willem Bilderdijk hielp hem daarbij. De uitspraak was nogal eens een probleem: de uitgang -ing werd al snel een nasale -è(ng), zoals in vaccin. Bovendien legde hij de klemtoon vaak op de laatste lettergreep, zoals dat in het Frans gebruikelijk is. Koning zal daardoor ongeveer als [konè(ng)] hebben geklonken, en dat lijkt voor Nederlanders erg op konijn. Of Lodewijk zichzelf ook écht ‘konijn van Olland’ heeft genoemd, staat niet vast.