InZicht
Raymond Noë
Nederlandse achternamen
‘InZicht’ licht u in over nieuwe boeken, congressen en lezingen in taalkundig Nederland en België. Vermelding in deze rubriek betekent niet dat de redactie ze aanbeveelt. Voor een zo volledig mogelijk beeld hebben wij ook uw hulp nodig. Weet u iets waarvan u denkt dat het in deze rubriek thuishoort, laat het ons dan weten. Verschijningsdata en prijzen onder voorbehoud.
In 1885 verscheen het tweedelige De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis, van de hand van de beroemde dialectoloog Johan Winkler (1840-1916). Het was het eerste boek over Nederlandse achternamen, en ‘tot op heden onovertroffen’ - aldus de flaptekst van Sdu uitgevers, die het nu in een mooi verzorgde uitgave opnieuw heeft gepubliceerd onder de titel Achternamen in Nederland & Vlaanderen. De tekst is geheel hertaald door Jan Nijen Twilhaar van de Hogeschool utrecht. Bovendien heeft hij, geheel in de geest van de naar volledigheid strevende Winkler, hoofdstukken toegevoegd over migrantennamen en bijnamen.
In De Nederlandsche geslachtsnamen beschrijft Winkler de systematiek van Friese, Nederlandse en Vlaamse achternaamvorming. Daarbij worden veel namen van een verklaring voorzien, maar het werk is geen inventarisatie van álle Nederlandse familienamen. De namen zijn ingedeeld in drie groepen: patroniemen (namen die zijn afgeleid van de naam van de vader), aardrijkskundige namen, en namen ‘van allerlei oorsprong’. In die laatste groep zitten de ‘gewone’ beroepen-, dieren- en plantennamen, maar er zijn ook nieuwsgierig makende hoofdstukken over ‘achternamen ontleend aan de namen van denkbeelden (...)’ (De Liefde, De Hoop), ‘zonderlinge achternamen’ (Zeldenrijk, Naaktgeboren) en ‘imperativische achternamen’ (Kijk-in-de-Vegt, Schiettekatte). Daarnaast wijdt Winkler nog een deel van zijn boek aan namen die typerend zijn voor Friesland, Noord-Nederland en Zuid-Nederland, en hij rondt zijn studie af met een aantal variahoofdstukken over onder meer ‘Nederlandse achternamen in het buitenland’ en ‘De namen van de Nederlandse Israëlieten’. uiteraard zijn alle in het boek voorkomende achternamen opgenomen in een register; de uitgestorven achternamen staan apart.
Nijen Twilhaar heeft het boek, zoals gezegd, verrijkt met twee hoofdstukken. Het eerste gaat over de achternamen die Nederland er sinds Winkler bij heeft gekregen: de namen van Chinese, Indonesische, Turkse, Arabische, Surinaamse, Antilliaanse, Hindoestaanse en Joegoslavische immigranten, die allemaal in kort bestek behandeld worden. Het tweede hoofdstuk behandelt de Nederlandse bijnamen: aan bod komen onder meer het ontstaan en de functie van bijnamen en de systematiek in de bijnaamgeving. En in de laatste paragrafen, ten slotte, gaat Nijen Twilhaar in op een onderwerp dat je in een werk als dit niet zo snel zou verwachten: bijnamen in gebarentaal.
Achternamen in Nederland & Vlaanderen. Oorsprong, geschiedenis en betekenis van Johan Winkler en Jan Nijen Twilhaar is een uitgave van Sdu uitgevers en kost €49,95 (gebonden, 598 blz.).
ISBN 978 90 12 11660 2