Het onderzoek
Sms'jes uit de Middeleeuwen
Marc van Oostendorp
Toen de Leidse hoogleraar Slavische taalkunde Jos Schaeken vorig jaar in Frankrijk met vakantie was, pelde hij een stuk berkenbast van een boom, bevochtigde het en kraste er met een mesje in. ‘Ik wilde weleens weten hoe dat eigenlijk werkt’, zegt hij, ‘en het ging betrekkelijk gemakkelijk.’
Jos Schaeken is een van de weinige ‘berestologen’ op de wereld - geleerden die oude stukjes berkenbast bestuderen waar mensen uit Noordwest-Rusland in de late Middeleeuwen hun teksten in hebben zitten krassen. Beresta is het Russische woord voor ‘berkenbast’. Op dat goedkope en gemakkelijk te bewerken materiaal schreven gewone Russen elkaar informele briefjes met rekeningen, grappen, liefdesverklaringen, dreigementen en huwelijksaanzoeken: ‘Trouw met mij. Ik wil jou en jij mij.’
Al die briefjes bij elkaar geven een inkijkje in de alledaagse taal van het Rusland van bijna duizend jaar geleden. Meestal is het moeilijk om te achterhalen hoe mensen in die tijd met elkaar spraken. Voor het Nederlands hebben we daar bijvoorbeeld nauwelijks een idee van. Voor het Russisch moest men het tot 1951 - toen de eerste beschreven berkenbast ontdekt werd - doen met kerkelijke en religieuze teksten, die in een plechtige en uit Bulgarije geïmporteerde taal waren opgesteld. Dankzij de berkenbasten, waarvan er inmiddels ruim duizend zijn geïdentificeerd, komt het alledaagse leven van lang geleden ineens dichterbij. Door de omvang - op berkenbast kun je geen lange epistels schrijven - en door de alledaagse, misschien zelfs wel slordige stijl lijken de berichten wel wat op sms'jes. Aardig is dat ze bovendien niet alleen door mannen geschreven zijn, maar ook door vrouwen en kinderen.