Onze Taal. Jaargang 75
(2006)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 341]
| |||||||||
Pergola? Waar ligt de klemtoon in het woord pergola? En hoe is dit woord ontstaan?
! De klemtoon ligt op de eerste lettergreep: pérgola. Deze klemtoon is overgenomen uit het Italiaans, waar het Nederlands het woord aan heeft ontleend. Pergola komt van het Latijnse pergula, dat allereerst ‘uitbouw’ betekende en vervolgens ‘raamwerk (bijvoorbeeld ter ondersteuning van wijnranken)’. In het Italiaans is het ‘prieel, begroeide galerij’ gaan betekenen, en zo is het in het Nederlands terechtgekomen. Bij ons wordt er meestal een (begroeid) houten bouwwerkje van latten en palen mee bedoeld, in grootte variërend van een kleine overkapping tot een wandelgang. | |||||||||
Je( )zelf? Wanneer schrijf je combinaties als ikzelf en jezelf aaneen, en wanneer los?
! Zelf wordt meestal aan het voorafgaande persoonlijk voornaamwoord vast geschreven: ikzelf, jezelf, uzelf, etc. Dat gebeurt dan vooral als het voornaamwoord in contrast staat met een eerdergenoemde persoon: ‘Mijn vriendin houdt van jazz, maar ikzelf heb er een hekel aan.’ Als zelf extra nadruk krijgt, wordt het doorgaans los geschreven: ‘Dat kun je zélf wel nagaan’ (met andere woorden: daar heb je geen hulp bij nodig). Het persoonlijk voornaamwoord is in zulke gevallen vrijwel altijd het onderwerp van de zin, en zelf is dan te vervangen door bijvoorbeeld eigenhandig, persoonlijk, zelfstandig of op eigen houtje. Vergelijk ook de volgende zinnen:
Als zo'n combinatie met zelf aaneen wordt geschreven, kan die niet worden gescheiden door een ander woord:
| |||||||||
Reikhalzend/halsreikend? Ik lees weleens dat mensen ergens ‘reikhalzend’ naar uitzien. Moet dat niet halsreikend zijn?
! Nee, beide woorden zijn geaccepteerd. Oorspronkelijk bestond alleen reikhalzend, maar in recente woordenboeken is ook halsreikend opgenomen. De woorden zijn min of meer synoniem. De grote Van Dale (2005) omschrijft reikhalzend als ‘vol verlangen’ en halsreikend als ‘verlangend nieuwsgierig’, maar in de praktijk overlappen de woorden elkaar grotendeels. Reikhalzend is het tegenwoordig deelwoord van het werkwoord reikhalzen, dat letterlijk ‘de hals uitstrekken’ betekent. Een oudere vorm was rekhalzen: ‘de hals rekken’. Iemand die zijn hals rekte, probeerde ergens dichter bij te komen. Al snel kreeg re(i)khalzen daardoor de betekenis ‘vurig verlangen’. Dit werkwoord is op een vrij uitzonderlijke manier samengesteld: het eerste deel is een werkwoordstam en het tweede deel duidt een lichaamsdeel aan. Vergelijkbare woorden zijn knipogen, stampvoeten en trekkebenen. Halsreikend zit voor het gevoel van veel taalgebruikers iets logischer in elkaar: het kan geïnterpreteerd worden als ‘met de hals (naar iets) reikend’. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat halsreikend steeds vaker voorkomt - ten koste van reikhalzend. | |||||||||
Licht(e) fysieke handicap? Wat is juist: een licht fysieke handicap of een lichte fysieke handicap?
! Een lichte fysieke handicap is juist. Het gaat hier om een fysieke handicap die niet al te ernstig van aard is. Het woord licht(e) zegt dus iets over de aard van de fysieke handicap, net zoals het in een lichte handicap iets zegt over handicap. Als je licht fysieke handicap schrijft, beschouw je licht als een bijwoord bij fysieke, en daarmee druk je uit dat de handicap in lichte mate fysiek is - en dat is een minder waarschijnlijke betekenis. De onverbogen vorm is wel juist in combinaties als een licht ironische opmerking: hierbij gaat het niet om een ironische opmerking die licht van aard is, maar om een opmerking die in lichte mate (dus: enigszins) ironisch is. | |||||||||
Heel de dag/de hele dag? Is ‘Het heeft heel de dag geregend’ goed Nederlands, of kun je alleen ‘Het heeft de hele dag geregend’ zeggen?
! Zowel heel de dag als de hele dag is een goede constructie. Wel vinden veel mensen de eerste volgorde wat spreektaliger dan de tweede. In een krantenartikel zou dus eerder staan ‘De bonden hebben opgeroepen tot acties die de hele dag duren’ en niet ‘die heel de dag duren’. Verder kan heel de dag wat sterkere gevoelens uitdrukken dan de hele dag, vooral als de woorden benadrukt worden. ‘Ik heb héél de dag gewerkt’ kan een bijklank hebben als ‘Dus zeur me niet aan mijn hoofd’, terwijl ‘Ik heb de héle dag gewerkt’ eerder lijkt uit te drukken dat er bijvoorbeeld niet een hálve dag is gewerkt. Zo'n keuzemogelijkheid bestaat ook bij combinaties van heel met een bezitsvorm (Wims hele bezit - heel Wims bezit), een bezittelijk voornaamwoord (mijn hele leven - heel mijn leven) en een aanwijzend voornaamwoord (dat hele verhaal - heel dat verhaal). Op de website van Onze Taal worden zo'n duizend taalkwesties besproken. Kijk voor een overzicht op www.onzetaal.nl/advies/overzicht.php. |
|