‘Eik’
Ernestus gaat met het geld van haar prijs onderzoek doen naar een verschijnsel dat haar al interesseert sinds ze haar proefschrift schreef: het feit dat mensen zonder dat ze het in de gaten hebben veel woorden maar half uitspreken. Wie nauwkeurig luistert, hoort bijvoorbeeld dat ook ervaren sprekers een woord als eigenlijk in lopende spraak bijna helemaal inslikken, en in plaats daarvan ‘eik’ zeggen.
Taalkundige Mirjam Ernestus ontving dit jaar de prestigieuze EURYI-prijs voor jonge onderzoekers.
Opvallend daarbij is dat het normaliter niemand opvalt dat de helft van het woord ontbreekt. Ernestus liet mensen eens in een experiment op een knop duwen als ze een l-klank hoorden. Bij een zin als ‘Dat is eik raar’ drukten ze allemaal, en als hun erop gewezen werd dat er helemaal geen l te horen was geweest, weigerden ze dat soms zelfs te geloven. Kennelijk vullen we in ons hoofd die ontbrekende klanken zo gedachteloos in dat we niet eens meer horen wat er echt gezegd wordt. Dat effect wil Ernestus de komende jaren nog beter onderzoeken, ook voor andere talen, zoals het Spaans, het Frans, het Ests en het Fins.
Ernestus, die in 2000 promoveerde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, werkt sinds die tijd bij het Max Planck Instituut in Nijmegen, een grotendeels door een Duitse organisatie gefinancierde onderzoeksinstelling die zich richt op de manier waarop taal in ons hoofd zit. Ze is er anders tegen taal aan gaan kijken: ‘Op de universiteit was me verteld dat taal met regels werkt. Het feit dat je tobben uitspreekt met een b-klank, maar tob met een p, werd toegeschreven aan een regel van de Nederlandse klankleer die van elke b aan het eind van een woord een p maakt. Maar dat klopt niet.’