Aaneenschrijven [1]: tegenaanval
Charles den Tex - Den Haag
Frank Jansen stelde in zijn rubriek ‘Hom of kuit’ van juli/augustus de lezers de vraag: ‘Woorddelen los schrijven minder gedogen?’ Het ging hem daarbij om gevallen als ‘honden poep vrije zone’, en hij ging in op de argumenten voor en tegen. Helaas waren zijn tegenargumenten niet erg sterk. Ik wil er een heel belangrijke aan toevoegen.
Veel mensen winden zich op over de tussen-n, maar volgens mij zijn de in 1995 ingevoerde aaneenschrijfregels het ergste wat de Nederlandse Taalunie ooit heeft voortgebracht. Het is ambtelijk denken toegepast op de taal; het is een belediging van de lezer.
Andere talen benaderen hun spelling precies andersom. Het Engels, Frans en Spaans hanteren bijvoorbeeld de los schrijf regel. Daar gaan taalautoriteiten ervan uit dat de lezer uit de zin en de context zal begrijpen wat er staat. Zij vertrouwen de lezer en hebben respect voor diens vermogen om woordcombinaties in verschillende zinnen op de juiste manier te interpreteren. Zo niet in Nederland (en Duitsland). De Nederlandse overheid onderscheidt zich al meer dan een halve eeuw door een enorme regelzucht, die de burger ervoor moet behoeden dat hij in zeven sloten tegelijk loopt. De aaneenschrijfregels zijn een voorbeeld van die regelzucht. Als woorden niet aan elkaar worden geschreven dan begrijpt de lezer niet wat er staat. Dat mag niet. Dat moet worden geregeld - met als resultaat een regel die het geschreven Nederlands steeds lelijker maakt.
Die lelijkheid zit hem niet alleen in de letterbrij die het aaneenschrijven veroorzaakt (Jansen noemt enkele huiveringwekkende voorbeelden, zoals amateurgrizzlybeerexpert), maar vooral in de reden die achter de regel steekt: het gebrek aan vertrouwen in de lezer. Het is de lelijkheid van de beheerder die elke vrije ruimte wil afschaffen omdat de burger volgens hem per definitie niet de vermogens heeft om met vrije ruimte om te gaan.
Dat is wat de Nederlandse taal is aangedaan, en nu is er het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS) dat zich inzet om die regel te verdedigen en dat, god betere het, het genootschap om steun vraagt. ‘Nee’, moet daarop het antwoord zijn. Genootschap, zet de tegenaanval in en verklaar de SOS de oorlog! Laten wij proberen onze taal te bevrijden van deze vorm van regelzucht. Als de Engelsen en de Fransen het zonder die regel kunnen, dan kunnen wij het ook.