Voorstander
Wat willen we nu eigenlijk: dat door ons egocentrische gejakker de snelweg het morele equivalent van het open riool blijft? Of dat we tot inkeer komen en terugkeren naar de goede manieren, waardoor het rijden in Amerika bijvoorbeeld zo'n verademing is? ‘I love afstand houden’ is een populaire campagne met een aandachttrekkende, speelse uitstraling. Laten we hopen dat die een beetje succes heeft. In ieder geval mogen we blij zijn dat de overheid ook snapt dat je meer vliegen met stroop vangt dan met azijn.
Dan de inhoud. We kunnen nu eenmaal niet alles vangen in geen verboden. Afstand houden is daarvan een goed voorbeeld. Hoeveel afstand precies gewenst is, is afhankelijk van de weg, het weer, de drukte. Kortom, het is onmogelijk om de minimumafstand in de wet op te nemen terwijl het toch nodig is dat mensen daarvoor gevoelig gemaakt worden. Daarvoor is een aansporing op zijn plaats.
En ten slotte de vorm van de slagzin. Ja, die is een tikkeltje vreemd. Maar zo blijft de haastige lezer er wel iets langer bij stilstaan en krijgt de boodschap een kans om tot hem door te dringen. En slagzinnen moeten kort zijn, zeker op een bord langs de snelweg. Voor ik houd van zijn bijna twee keer zoveel tekenplaatsen nodig als voor I love. Wat is het Nederlands toch omslachtig. Het eist een voorzetsel, zelfs tussen de liefde en haar object!
Wat vindt u ervan? Is ‘I love afstand houden’ een goede boodschap?
Geef voor 20 maart uw mening op onze website: www.onze-taal.nl/homofkuit. Of stuur een briefkaart met ‘“I love afstand houden” is een goede boodschap’ of ‘“I love afstand houden” is geen goede boodschap’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag.