Het onderzoek
Het ideale woordenboek
Marc van Oostendorp
In de dertiende druk van de grote Van Dale (uit 1999) worden 85 soorten noten genoemd, van ‘aardaker’ tot ‘zeepnoot’. Wie alle definities van die nootsoorten op een rijtje zet, merkt dat ze nogal willekeurig zijn. Zo wordt van de pistache wél vermeld dat hij gegeten kan worden, terwijl die informatie bij de aardnoot ontbreekt. Bij de walnoot wordt opgemerkt dat hij soms zwart is, terwijl over het uiterlijk van de hazelnoot helemaal niets gezegd wordt.
Taalwetenschapper Oele Koornwinder met het schilderij dat prijkt op het omslag van zijn proefschrift: de werkelijkheid opgedeeld in stukjes.
Foto: Frank Fahrner
Die inconsistenties in het woordenboek waren tot voor kort onvermijdelijk. Zo'n boek is een enorm weefsel, waarvan de man achter het getouw onmogelijk alle honderdduizenden draden afzonderlijk in het oog kan houden. Pas sinds kort, sinds de komst van de computer, kunnen we automatisch heel snel het hele woordenboek doorzoeken op alle woorden waarin noot voorkomt, zowel trefwoorden als woorden die in de definities staan. Pas zo wordt het mogelijk om woorden met een verwante betekenis ook daadwerkelijk bij elkaar te zetten en te vergelijken.
Uitgevers van woordenboeken als Van Dale hebben daarom belangstelling voor de mogelijkheden die nieuwe technieken bieden. Eind jaren negentig bood Van Dale de Universiteit Utrecht een door de uitgever te betalen promotieplaats aan. Enkele jaren mocht de toen net afgestudeerde neerlandicus Oele Koornwinder onderzoek doen naar de mogelijkheden om de computer in te zetten bij het verbeteren van het woordenboek. Op het resultaat van dat onderzoek promoveerde hij onlangs aan de Universiteit Utrecht.